Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor het leven van mensen, hun gezondheid en de natuurlijke omgeving waarin zij wonen. Daardoor kunnen mensenrechten in gevaar komen. Voor de mensen op Bonaire is dat nu al het geval.

Bonaire is een bijzondere gemeente van Nederland en terwijl de klimaatcrisis daar heel hard toeslaat, neemt Nederland geen effectieve maatregelen om haar burgers te beschermen. Daarom voert Greenpeace Nederland samen met inwoners van Bonaire een rechtszaak waarin wij pleiten voor klimaatrechtvaardigheid.

In de klimaatzaak voor Bonaire beroepen we ons op mensenrechten, waaronder het recht op leven en het recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven (hierna ‘het recht op familieleven’). Maar wat houden deze rechten eigenlijk in en waarom is het zo belangrijk dat ze beschermd worden? Dat leggen we je hier aan de hand van 6 vragen uit.

Acht mensen van Bonaire klagen samen met Greenpeace Nederland de Nederlandse Staat aan. Bonaire is een van de Nederlandse gemeenten die het hardst geraakt wordt door klimaatverandering. Ze betogen dat hun mensenrechten geschonden worden, omdat de Staat veel te weinig doet om de inwoners van de bijzondere Nederlandse gemeente te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Hier zien we Marieke Vellekoop, directeur van Greenpeace Nederland. © Marten van Dijl / Greenpeace

1. Wat houden deze rechten in?

Het recht op leven is neergelegd in verschillende mensenrechtenverdragen, waaronder artikel 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het EVRM omschrijft dit recht op de volgende manier:

Artikel 2, lid 1 EVRM – Recht op leven 

“Het recht van een ieder op leven wordt beschermd door de wet. Niemand mag opzettelijk van het leven worden beroofd, behoudens door de tenuitvoerlegging van een gerechtelijk vonnis wegens een misdrijf waarvoor de wet in de doodstraf voorziet.”

Het recht op leven wordt over de hele wereld gezien als een van de belangrijkste mensenrechten. Ieder persoon heeft het recht op bescherming van diens leven. Volgens het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties (VN) moet het recht op leven ruim opgevat worden. Dit betekent dat de Staat alle risico’s in kaart moet brengen en passende maatregelen moet nemen om de levens van mensen te beschermen als er gevaren dreigen. Een voorwaarde is volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) dat er een ‘reëel en direct risico moet zijn voor het recht op leven van betrokken personen.

Het recht op familieleven wordt beschermd door artikel 8 van het EVRM en is als volgt beschreven:

Artikel 8, lid 1 EVRM – Recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven

“Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.”

Het recht op familieleven houdt in dat iedereen recht heeft op een waardig bestaan met de mensen die je liefhebt op de plek waar je je thuis voelt. Dit recht kan mensen beschermen als milieugevaren hun gezondheid bedreigen en ze daardoor niet meer veilig en comfortabel met hun familie in hun huis kunnen wonen. Dit geldt bijvoorbeeld in gevallen waar er sprake is van ernstige milieuvervuiling, maar ook in het geval van gevaarlijke klimaatverandering.

2. Waarom zijn ze belangrijk?

Het recht op leven en familieleven vormt de basis van ons bestaan en van alle andere rechten die mensen hebben. Zonder te kunnen leven, en dat in veiligheid samen met de mensen van wie je houdt, op een plek die voor jou belangrijk is, verliezen andere rechten hun waarde.

Het recht op onderwijs of het recht om te werken betekent weinig wanneer je leven in gevaar is. Bovendien beschermen het recht op leven en familieleven onze persoonlijke autonomie en sociale verbondenheid. Dat wil zeggen dat ze het ons mogelijk maken om onze eigen identiteit te vormen en betekenisvolle banden op te bouwen met de mensen om ons heen.

3. Wat is de impact van klimaatverandering op deze rechten?

Het Mensenrechtencomité omschrijft klimaatverandering als een van de meest urgente en serieuze bedreigingen voor het recht op leven voor huidige en toekomstige generaties. Veranderingen in het klimaat, zoals toenemende temperaturen en zeespiegelstijging, kunnen directe en indirecte gevolgen hebben voor de gezondheid en het welzijn van mensen, waardoor hun recht op leven en familieleven in gevaar komen. Veel klimaatzaken beroepen zich daarom op artikel 2 en 8 van het EVRM.

Het bekendste voorbeeld is de Urgenda-Klimaatzaak, waarin de milieuorganisatie Urgenda samen met 900 medestanders de Nederlandse Staat voor de rechter daagde. Dit was wereldwijd de eerste rechtszaak waarbij succesvol beroep werd gedaan op mensenrechten om burgers te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering.

De Urgenda Klimaatzaak heeft wereldwijd vergelijkbare rechtszaken geïnspireerd, waaronder die van de KlimaSeniorinnen. In deze zaak daagden vier vrouwen tussen de 80 en 90 jaar Zwitserland voor de rechter. De gevolgen van klimaatverandering, zoals langdurige hittegolven, vormen een ernstige bedreiging voor de gezondheid van mensen. Dit geldt met name voor oudere vrouwen, waar hittestress zelfs kan leiden tot vroegtijdig overlijden. De vrouwen stellen dan ook dat Zwitserland door het gebrek aan het nemen van klimaatmaatregelen haar mensenrechtenverplichtingen schendt.

© Miriam Künzli / Greenpeace

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stelde de Zwitserse ‘Klimaatoma’s’ in 2024 in het gelijk. Europa’s mensenrechtenhof bevestigde: klimaatbescherming is een mensenrecht. Alle landen in Europa moeten voldoende actie nemen om klimaatverandering te stoppen en hun burgers te beschermen.

4. Hoe volgt de verplichting tot het voorkomen van en aanpassen aan klimaatverandering hieruit?

De rechten onder artikel 2 en 8 van het EVRM brengen verplichtingen met zich mee voor staten, waaronder Nederland. Dit houdt in dat de Staat verplicht is om redelijke en passende maatregelen te nemen om deze rechten te beschermen voor alle mensen binnen haar landsgrenzen.

In het kader van klimaatverandering kan het hierbij gaan om maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen (‘mitigatie’) of om maatregelen om inwoners actief te beschermen tegen de gevaarlijke gevolgen van klimaatverandering (‘adaptatie’).

Deze maatregelen zijn belangrijk om de impact van klimaatverandering te verminderen en zo het recht op leven en familieleven te beschermen voor huidige en toekomstige generaties.

5. Hoe worden deze rechten van mensen op Bonaire geschonden?

De rechten van mensen op Bonaire worden geschonden doordat de Nederlandse Staat onvoldoende klimaatmaatregelen neemt. Ondanks dat er plannen zijn gemaakt voor klimaatadaptatie in Europees Nederland, zoals het Deltaprogramma en het Nationaal Waterplan, ontbreekt passende bescherming op Bonaire. Dit leidt tot een schending van het recht op leven en familieleven voor de mensen op het eiland. Bovendien schendt de Staat deze rechten ook door niet genoeg te doen om klimaatverandering te stoppen.

De mensen op Bonaire worden direct getroffen door de gevolgen van klimaatverandering, wat hun leven serieus verstoort. Zo hebben mensen op Bonaire bijvoorbeeld nu al te kampen met ernstige gezondheidsproblemen als gevolg van de extreme hitte. Daarnaast kan een vijfde van Bonaire permanent onder water komen te staan tegen het einde van deze eeuw door klimaatverandering. Daarbij kan extreme regenval leiden tot schade aan de infrastructuur op het eiland, zoals wegen en gebouwen, waardoor mensen bijvoorbeeld moeilijker bij hun werk of het ziekenhuis kunnen komen en hulpdiensten mensen niet kunnen bereiken.

6. In hoeverre is de Staat verplicht om deze rechten te beschermen in het klimaatbeleid, en hoe kan dit worden getoetst en afgedwongen?

De Staat is verplicht om het recht op leven en familieleven te beschermen door adaptatie- en mitigatie maatregelen te nemen tegen klimaatverandering. Rechtbanken, zowel nationaal als internationaal, kunnen toetsen of dit gebeurt, en afdwingen als dit niet gebeurt.

Wanneer er sprake is van een reëel en direct risico, moet de Staat passende maatregelen nemen. In de Urgenda-Klimaatzaak is vastgesteld dat dit ook geldt voor verwachte toekomstige gevaren op langere termijn. Deze maatregelen moeten ‘redelijk en geschikt’ zijn, wat betekent dat ze echt moeten werken, en kunnen zowel betrekking hebben op mitigatie als adaptatie. Hoewel de Staat beleidsvrijheid heeft, kan de rechter toetsen of de maatregelen voldoen aan de eisen van artikel 2 en 8 van het EVRM en dus of mensenrechten worden geschonden. Als de klimaatmaatregelen onvoldoende zijn, kan de rechter op basis van brede overeenstemming over de nodige klimaatactie minimale eisen vaststellen waar de Staat zich aan moet houden.

Klimaatrechtvaardigheid kan alleen worden bereikt als de Staat in haar klimaatbeleid de mensenrechten van al haar inwoners, ook op Bonaire, beschermt. Dat betekent dat de Staat effectieve maatregelen moet nemen om ervoor te zorgen dat iedereen, nu en in de toekomst, een veilig en waardig bestaan kan leiden met de mensen waarvan ze houden op de plek waar ze zich thuis voelen.

Wil je graag meer weten? Lees dan hier de dagvaarding.

Dit artikel is geschreven door Maud Zijlmans, stagiaire bij Greenpeace Nederland.

Maud Zijlmans in actie voor klimaatrechtvaardigheid voor Bonaire. © Marten van Dijl / Greenpeace