Milieuorganisatie noemt kort geding ‘rookgordijn’

De uitspraak in het kort geding dat vissers hadden aangespannen tegen Greenpeace wegens het plaatsen van zwerfkeien in natuurgebied de Klaverbank, in de Noordzee, is volgens de organisatie ‘mooi en geen verrassing’.

Greenpeace had niet anders verwacht, maar is desondanks blij dat de rechter met één forse haal al die onzin van tafel veegt over hoe ‘levensgevaarlijk’ de keien van Greenpeace zijn. Het is de tweede keer dat een rechter dat doet, na de Raad van State bij een soortgelijke actie in 2011. “Dus hopelijk begrijpt nu iedereen het – ook de visserij, ook de politiek. Dan kunnen zij hun klaagzang over ‘terrorisme’ en ‘vissers pesten’ staken en kunnen we door naar waar het écht om gaat: de falende bescherming van onze Noordzee. Want die is ziek en de overheid helpt haar niet” aldus campagneleider oceanen Pavel Klinckhamers. Er was geen sprake van ‘gevaarzetting’ zo bleek vandaag bij de Amsterdamse rechtbank. “De kans op schade of hinder door de actie van Greenpeace is zeer beperkt” aldus het vonnis. “Vissers kunnen de zwerfkeien door de bekende locatie gemakkelijk vermijden. Greenpeace heeft niet onrechtmatig gehandeld, bovendien is de actie ook niet disproportioneel te achten.”

Volgens Klinckhamers was het kort geding vooral een rookgordijn. “Een showtje, een goochel-act waarbij veel stof in de lucht werd gegooid aan de ene kant van het toneel. Zodat niemand zou kijken naar de andere kant. Want daar staat het werkelijke probleem, namelijk: van de unieke wildernis met haaien, roggen, zeepaardjes en koraal die de Noordzee ooit was, is door een gebrek aan bescherming nauwelijks iets over. Tachtig procent van de bodem is beschadigd door sleepnetvisserij. Na twintig jaar van overleg en plannenmakerij heeft de Nederlandse regering een gênante 0,25 procent van de Noordzee beschermd tegen alle vormen van visserij. Terwijl uit internationale studies blijkt dat dit eerder dertig procent moet zijn.”

Het neerleggen van tien zwerfkeien op de bodem van de Klaverbank, in mei dit jaar, was voor Greenpeace dan ook een wake-up call richting overheid. Plus een daad van natuurherstel op kleine schaal: de stenen werden geplaatst in een gebied waar ze al millennia voorkomen maar door schadelijke bodemvisserij deels zijn verdwenen. Omdat er op en rond stenen veel dieren, planten en andere organismen kunnen leven, helpen ze de natuur te herstellen. In landen als Denemarken, Italië en Spanje, hebben de overheid en vissers zélf duizenden keien laten afzinken om de natuur een handje te helpen. “Maar hier zijn tien stenen van Greenpeace al te veel” zegt Klinckhamers “en meteen ook ‘levensgevaarlijk’. Dáár bouwen mensen ‘een kunstmatig rif’. Hier ‘dumpen’ we stenen. Daar doen ze aan ‘natuurherstel’. Hier ‘pesten’ we vissers. Het is alleszeggend.

Voor de sector en diverse politici is de hele Noordzee een industriële visakker die vrijelijk mag worden leeggehaald. Maar de rechter heeft de hele poppenkast doorgeprikt. Het is nu tijd dat politiek Den Haag de handschoen oppakt en eindelijk serieus werk maakt van de bescherming van onze zeenatuur.”

Voor meer informatie: Natasja Nossent, persvoorlichter Greenpeace Nederland; 06 48 51 17 32