Foto: ©Greenpeace
Tripa is een moerasachtig gebied in de provincie Atjeh op het Indonesische eiland Sumatra. Het is de habitat van de met uitsterven bedreigde orang-oetan. In de jaren 90 leefden er ruim 2.500, nu zijn er nog maar een paar honderd over, mede dankzij de komst van palmoliebedrijven. Twee derde van het veengebied is inmiddels verwoest en drooggelegd voor de aanleg van palmolieplantages.
Bewust brand gesticht
Eind maart werden er in Tripa bijna 90 brandhaarden geteld. Er zijn sterke verdenkingen dat ze worden aangestoken door de palmoliebedrijven om zo hun plantages (illegaal) uit te breiden. Minstens 100 orang-oetans zijn de afgelopen maanden om het leven gekomen door de vlammen, of aan de gevolgen ervan: honger en ondervoeding. Deze branden kunnen nog dit jaar het einde betekenen van de mensapen in Tripa. Indonesische en internationale organisaties, waaronder Greenpeace, proberen daarom uit alle macht de branden en de oprukkende palmolieplantages te stoppen. Doe mee en teken de petitie van Change.org.
Palmolie ook voor biobrandstoffen
Indonesië is wereldwijd de grootste producent van palmolie. Het merendeel wordt geëxporteerd, onder andere naar Europa. Palmolie zit in 60 procent van de producten in de supermarkt: zeep, chips, pizza’s, shampoo enzovoort. Maar palmolie wordt ook steeds meer gebruikt als biobrandstof, ondanks de twijfelachtige reputatie. Uit nieuw onderzoek van het onderzoeksbureau CE Delft, in opdracht van Greenpeace, blijkt dat biodiesel op basis van koolzaad, soja en palmolie, voor het milieu slechter is dan diesel.
Bossen zijn van levensbelang
Bossen zijn prachtig en van levensbelang voor een gezond klimaat. Maar doordat bomen massaal worden gekapt, verdwijnen ecosystemen én raken veel mensen en dieren hun leefomgeving kwijt. Ook komen er door die kap grote hoeveelheden CO2 vrij.
Greenpeace wil dat uiterlijk in 2020 de ontbossing in de laatste tropische regenwouden is gestopt. Lees meer >>