Deze vis bestaat echt. Het is de ‘blobvis’. Hij zou ook ‘Kale-Arie-van-hiernaast’ kunnen heten, vanwege zijn opvallend menselijke gezicht. Als je langer naar hem kijkt, is het net of hij ieder moment kan gaan praten: ‘Ik heb het zwaar. Mijn vrouw en kinderen zijn me ontvallen,’ zou Kale Arie zeggen. En misschien is dat ook wel echt waar. Want zelfs in de diepte waar Arie woont, schrapen zware vissersnetten het leven weg. Dat blobvissen oneetbaar zijn en dus – net als de talloze andere zeeschepsels – nutteloze bijvangst is, doet er niet toe. In de diepe oceanen vind je honderden jaren oud koraal, bijzondere planten en dieren en onbekende vormen van leven. We weten meer over de maan dan over de diepzee. En toch wordt het bevist, omdat de zee op andere plekken al leeggevist is. Daarom pleiten we voor het instellen van zeereservaten, voordat de zeebodem straks zo kaal is als de kop van Blobvis Arie.

Om de boodschap over te krijgen is de kop van Arie misschien niet inspirerend genoeg. Als je hem op het droge ziet liggen, wordt het een gelatine-achtige grijze pudding met een misvormd gezicht erin. Is dat genoeg om het belang van zeereservaten onder de aandacht te brengen? Hij heeft niet de aaibaarheid van een Orang Oetan of een tijgerjong. Maar gelukkig hebbben we nog andere prachtige symbolen die de waarde van de unieke zeenatuur duidelijk maken, bijvoorbeeld de reuzenhaai: Ook geen fluffy knuffelbeest, maar wel imponerend groot: Een reuzenhaai wordt 8 meter lang. En het zwemt zelfs in onze eigen Noordzee.