Er zijn maar weinig onderwerpen in de politiek en de maatschappij die zoveel discussie losmaken als de verdeling van geld en middelen. Denk maar aan de hypotheekrenteaftrek, bezuinigingen in de zorg, of het omscholen van reguliere agenten tot zogenaamde animal cops. Gelukkig zijn er ook verdelingskwesties waar iedereen zich achter kan scharen, of waar iedereen unaniem tegen is.

Wist je bijvoorbeeld dat een deel van je belastinggeld wordt gebruikt voor het financieren van illegale visserij? Dat gaat als volgt: Nederland levert een financiële bijdrage aan Europa. In Brussel overleggen de lidstaten samen hoe ze het geld gaan uitgeven. Een deel van het geld vloeit weer terug naar Nederland in de vorm van subsidies en een deel gaat naar andere landen. De Spaanse visindustrie heeft via deze route sinds 2000 ruim € 5,8 miljard aan subsidies gekregen, terwijl de sector stelselmatig de regels overtreedt! Dat bleek onlangs weer uit onderzoek van het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten (Trouw, 3-10-2011).

Greenpeace publiceerde tegelijkertijd het rapport ‘The Ocean Inquirer’ met vergelijkbare conclusies, waarin een aantal grote Spaanse bedrijven onder de loep zijn genomen. Bedrijven die zich, gespekt met Europese subsidies, schuldig maken aan allerlei overtredingen: illegaal vissen op haaien (voor de haaienvin), vissen zonder quota en het misbruiken van subsidies voor de bouw van te grote schepen. Het gevolg is dat de zeenatuur naar de filistijnen gaat en het brood uit de mond wordt gestoten van vissers die wél duurzaam en legaal willen vissen. Illegale visserij ondersteunen met belastinggeld, dat is volslagen belachelijk, daar is iedereen het over eens. Behalve misschien de Spaanse piratenvisser zelf.

Het Europese visserijbeleid moet dit soort misstanden voorkomen, maar dit stelsel van wetten is duidelijk een puinhoop. Zo gaat er veel belastinggeld naar de ondersteuning van enorme schepen, terwijl de capaciteit van de totale Europese vloot drie keer groter is dan de natuur aankan. Dat heeft gevolgen: ruim driekwart van de visbestanden in de Europese zeeën is overbevist. De blauwvintonijn verdwijnt langzaam uit de Middellandse zee en in de Noordzee is bijna geen kabeljauw meer te vinden. Wat nu? Je zou zeggen dat iedereen wil dat het Europese visserijbeleid op de schop gaat. En dat kan nu, want het beleid wordt momenteel hervormd.

Maar ja, hoe dan? Op dit punt is de eensgezindheid weer verdwenen en heb je te maken met politieke koehandel, een sterke tegenlobby van machtige visindustrieën en de bekende bureaucratische stroperigheid. Dat is zwaar balen natuurlijk, vooral voor Moeder Natuur. Laten we dus maar vasthouden aan datgene wat wel kan: nu die subsidiekraan voor dubieuze bedrijven dichtdraaien. En wel meteen. Hebben we dat ook weer achter ons.