Protest bij de waterval in Mexico

© Greenpeace / Ivan Castaneira

  

Eens werd de Juanacatlán-waterval de ‘Niagara van Mexico’ genoemd, zo mooi was hij. Maar die bijnaam is allang vergeten. Als ik op ongeveer tweehonderd meter afstand ben, word ik al misselijk van de penetrante geur. Dichter bij het schuimende water krijg ik algauw bonkende hoofdpijn en een geïrriteerde keel. Wat ik zie is geen natuurlijke schoonheid, maar een apocalyptisch landschap vol vieze schuimvlokken.

Samen met inwoner Enrique loop ik door de straten van El Salto. Ondertussen wijst Enrique links en rechts naar huizen: ‘Hier is iemand gestorven aan kanker.’ En: ’Die jongen die daar woont heeft leukemie.’ El Salto is een industriestad aan de rivier Río Santiago die uitmondt in de Juanacatlán-waterval. Sinds de jaren 80 is deze 35 meter hoge waterval langzaam veranderd in een vieze kolkende watermassa. Dagelijks lozen honderden chemische, farmaceutische, elektronica- en textielfabrieken hun giftige afvalstoffen in de rivier. Eenmaal bij de waterval vermengen het afvalwater en de lucht tot een chemische cocktail, waarvan niemand de gevolgen kent.

De Río Santiago is de grootste rivier van West-Mexico en al eeuwenlang de bron van bestaan voor honderdduizenden mensen. Maar het water kunnen ze allang niet meer drinken en 50 kilometer stroomopwaarts is geen enkele vis meer te vinden. In Mexico is het lozen van giftige stoffen in water nog gewoon toegestaan. ‘Vannacht rond 3 uur was het weer zover,’ vertelt Enrique. ‘Ik werd wakker van een vreemde lucht.’ Op de vraag welke fabrieken daar verantwoordelijk voor waren, haalt hij zijn schouders op. ‘Hoe kunnen we dat weten? Het enige wat zeker is, is dat deze vervuiling onze rivier heeft gedood. En nu doodt het ons.’

—-

Deze ervaring is van mijn collega Pierre Terras, campagneleider giftige stoffen in Mexico. Hij maakt deel uit van het team dat onderzoek doet naar vervuiling van rivieren zoals de Río Santiago. Mexico is een land waar bedrijven nog steeds legaal gif mogen lozen tijdens het produceren van bijvoorbeeld kleding die jij en ik dagelijks aantrekken. Greenpeace wil dat overheden in productielanden deze praktijken verbieden. Hierdoor krijgen wij – in het Westen – gifvrije producten en wordt het water in de landen zoals Mexico, China en Indonesië niet langer vervuild. Ook moeten bedrijven hun productieproces schoner en transparanter maken zodat duidelijk wordt wie verantwoordelijk is voor de vervuiling waar mensen zoals Enrique onder lijden.