Eind januari legden actievoerders van Greenpeace in een ijskoud IJmuiden het monsterschip de Maartje Theadora aan de ketting. Het schip maakte zich klaar voor de reis naar West-Afrika, om daar miljoenen kilo’s vis weg te vangen. Gespekt met jouw belastinggeld, nota bene. De reder waste zijn handen in onschuld. Volgens het scheepsregister zou het schip helemaal niet naar Afrika gaan, het zou gaan vissen op de Noordzee. Precies een maand later komt het Greenpeace-Schip de Arctic Sunrise voor de kust van Mauritanië een reuzentrawler tegen. De naam van het schip? De Maartje Theadora.

Mijn collega’s sprongen vanochtend in een rubberbootje en scheurden naar het schip toe. Ze bevestigden grote nepbankbiljetten aan de flank van de trawler, die de miljoenen aan Europese subsidies vertegenwoordigen die naar dit soort schepen gaan. ‘Stop de door Europa gesubsidieerde plundering’ stond er op het spandoek dat de actievoerders aan het schip bevestigden.

 

Ik ben natuurlijk blij dat we dit schip op het spoor zijn gekomen, al vind ik het wel een beetje jammer dat ik de actie niet heb kunnen meemaken. Ik vertrek pas morgen naar Afrika, om een paar weken aan boord van de Arctic Sunrise onderzoek te doen naar wat die schepen daar uitspoken. En dat is niet mals. Een schip als de Maartje Theadora vangt per dag met gemak 200 tot 250 ton vis.

De lokale bevolking betaalt de prijs voor de plundering van de Afrikaanse zeeën. Mauritaanse vissers moeten steeds verder en langer de zee op om nog een visje te kunnen vangen. Al jaren lopen hun vangsten terug. Een schande, als je het mij vraagt. Het verweer van de PFA, de Nederlandse organisatie waarbij vele Europese reders zijn aangesloten, is dat netjes geld wordt betaald aan Afrikaanse overheden om voor hun kusten te mogen vissen. Helaas komt van dat geld maar bar weinig terecht bij de lokale bevolking. En bovendien, het zijn niet eens de reders die voor de visrechten geld betalen, maar jij en ik. De visrechten die de Europese reders toegang verlenen tot de Afrikaanse wateren worden voor 90 procent door de overheid betaald. Met ons belastinggeld.

En dan hebben we het alleen nog maar over de ‘legale’ visserij. Vorige week kwam de Arctic Sunrise het Russische schip de Oleg Naydenov op het spoor. Het reuzenschip wierp zijn netten uit op de grens tussen Senegalese en Gambiaanse wateren, een gebied waar dit soort schepen helemaal niet mag vissen. En dat wist de bemanning maar al te goed. De naam van het schip was afgedekt met een stuk zeil en de zender waarmee de locatie wordt doorgegeven was uitgeschakeld.

Maar hoe hard we ook ons best doen daar op zee, we kunnen natuurlijk niet elk reuzenschip tegenhouden. Er is werk aan de winkel voor onze staatssecretaris Henk Bleker. Hij moet samen met zijn collega’s uit andere EU-landen een einde maken aan deze praktijken. Het is namelijk de Europese Unie die toestaat dat er veel te veel schepen vissen op te weinig vis. Daar moet verandering in komen.


Pavel vaart in maart en april, op het Greenpeace-schip de Arctic Sunrise, voor de kust van West-Afrika. Daar vangen grote industrieschepen dagelijks honderdduizenden kilo’s vis weg. Afrikaanse vissers hebben het nakijken. Pavel blogt hier over het leven aan boord en over de noodzaak van een nieuw, eerlijker visserijbeleid. Volg hem en stel hem al je vragen op Twitter: @GP_Pavel