Actie tegen ontbossing op SumatraWord je er niet moedeloos van? Dat is de vraag die me als campagneleider bossen het meest wordt gesteld. Moedeloos van de voortrazende ontbossing, elke twee seconden een voetbalveld, 12 miljoen hectare per jaar. Moedeloos van het feit dat in zo veel van onze dagelijkse boodschappen producten zitten waar bos voor verdwijnt: pindakaas, shampoo, melk, wc-papier, noem het maar op. Moedeloos van corrupte regimes en bedrijven die zich niets lijken aan te trekken van de verwoesting die wordt aangericht.

Afgelopen jaar heb ik op het Greenpeace-kantoor in Indonesië gewerkt. Ik streed met mijn Indonesische collega’s tegen de oprukkende kap voor de aanleg van palmolieplantages en de productie van papier. Op een dag was ik met mijn collega Zul op Sumatra om onderzoek te doen naar illegale houtkap. We sliepen in een dorpje in de bossen. Midden in de nacht werden we van ons bed gelicht en uren ondervraagd door mannen in burger met pistolen die zeiden dat ze van de politie waren. Intimidatie door een houtkapbedrijf? Waarschijnlijk wel. Voor Zul is dit de gewoonste zaak van de wereld. Dit is de context waarbinnen hij als Greenpeace-campaigner probeert zijn steentje bij te dragen aan het behoud van de bossen.

En zo heb ik ook collega’s in Kinshasa, de hoofdstad van Congo, en Manaus in het Braziliaanse Amazonegebied, die hun leven op het spel zitten voor de bossen. De oerbossen in Congo, de Amazone en Indonesië zijn cruciaal voor onze planeet. Deze bossen hebben een rijke biodiversiteit en zijn belangrijk in de strijd tegen klimaatverandering. Bij het kappen van oerbos komen namelijk grote hoeveelheden broeikasgassen vrij. De bossen zijn van levensbelang voor planten, dieren, maar ook voor de lokale bevolking die afhankelijk is van wat het bos hun geeft.

In alle drie de regio’s is het moeilijk werken: lokale overheden en bedrijven hebben vaak belang bij de houtkap en hebben geen behoefte aan een kritische blik van buitenstaanders. Maar juist dat is de kracht van Greenpeace: bearing witness, ooggetuige zijn van milieumisstanden en die aan de kaak stellen met wereldwijde campagnes. De foto’s die Zul maakte hebben wij bijvoorbeeld gebruikt om druk uit te oefenen op Mattel, dat fout papier gebruikte voor de verpakkingen van barbiepoppen. Op zo’n moment is het niet meer alleen Zul die de houtkappers betrapt in de afgelegen wouden van Sumatra, maar zijn wij allemaal getuige van wat er misgaat in dat bos. Met als gevolg dat honderdduizenden mensen Mattel een oproep stuurden om te stoppen met de inkoop van fout papier waarvoor Indonesische bossen tegen de vlakte gaan. Mattel ging in oktober overstag.

Dus moedeloos? Nee, niet zolang ik zie dat we samen een verschil kunnen maken. Zolang mensen in actie komen als ze weten dat hun steentje – of dat nou een groot of een klein steentje is – ertoe bijdraagt dat de bossen behouden blijven, ben ik niet moedeloos.
(Foto: Greenpeace/Ardiles Rante)