Trafigura is in hoger beroep schuldig bevonden aan illegale export van afval uit Nederland naar Afrika en het verzwijgen van het schadelijke karakter van dat afval toen het bedrijf dat eerder in de Amsterdamse haven probeerde kwijt te raken. Greenpeace is tevreden dat het internationale milieumisdrijf van Trafigura door de Nederlandse rechter wordt bestraft.

‘Deze uitspraak is een waarschuwing voor alle bedrijven die Afrika als goedkoop afvoerputje voor afval beschouwen. Het hof heeft bevestigd dat het om schadelijk en zeer giftig afval ging’, zegt Marietta Harjono, campagneleider giftige stoffen bij Greenpeace. De milieuclub deed in 2006 aangifte tegen Trafigura.De oliehandelaar rook winst toen hij in 2006 vervuilde nafta opkocht om dat met behulp van een omstreden proces op volle zee te ontzwavelen. Het stinkende en giftige afval kon in Amsterdam worden verwerkt, maar Trafigura koos voor illegale export en leurde er maanden mee langs verschillende havens. Het spul belandde uiteindelijk voor een prikje in de dichtbevolkte sloppenwijken in en rond de Ivoriaanse hoofdstad Abidjan.Meer dan honderdduizend omwonenden meldden zich met gezondheidsklachten. De Ivoriaanse overheid maakte melding van vijftien tot zeventien doden. Sinds de illegale dump in augustus 2006 aan het licht kwam, heeft Trafigura kosten noch moeite gespaard om aan een veroordeling te ontkomen.Bekijk alle belangrijke gebeurtenissen én bewijsstukken in deze complexe zaak in deze tijdlijn!

‘Als je gaat graven, stuit je op schandaal na schandaal’

Marietta Harjono, campagneleider giftige stoffen bij Greenpeace, is al jaren bij de slepende zaak rond de Probo Koala betrokken.

Is Trafigura veroordeeld voor de dump van het afval in Ivoorkust of alleen voor de export van het afval vanuit de Amsterdamse haven?

‘In deze zaak was de dump van het giftige afval in Afrika zelf helaas niet aan de orde, maar alleen de export ervan. Dat is jammer, want in Ivoorkust zijn bevolking en milieu blootgesteld aan het afval. Dat bleef nu buiten beeld. Toch speelde de plek die Trafigura uitkoos om het afval te dumpen, Ivoorkust, wel een rol, want de rechter heeft het oliebedrijf veroordeeld op basis van het Verdrag van Bazel. Dat verdrag werd in 1989 opgesteld om te voorkomen dat gevaarlijk afval vanuit rijke landen naar ontwikkelingslanden wordt versleept. Precies wat Trafigura heeft gedaan. Greenpeace vocht in de jaren tachtig hard voor de totstandkoming van dat verdrag. Het is goed om te zien dat het recht zegeviert en een multinational als Trafigura gestraft wordt voor het vervoeren van gevaarlijk afval naar een land dat niet de middelen heeft om zulk afval op verantwoorde wijze te verwerken. Met alle risico’s van dien voor mens en milieu.’

Maar een boete van € 1 miljoen is voor zo’n bedrijf toch een lachertje? Trafigura had in 2010 een omzet van $ 79 miljard en boekte in dat jaar meer dan $ 600 miljoen winst. Zelfs deze rechtszaak en alle resulterende aandacht in de media lijken het bedrijf niet te deren, de omzet en winst blijven groeien.

‘Die geldboete zet inderdaad weinig zoden aan de dijk, Trafigura heeft geld zat en consumenten hebben nooit direct met het bedrijf te maken. Sinds 2006 neemt de omzet alsmaar toe. Trafigura is hofleverancier van laagwaardige benzine voor Azië, Latijns-Amerika en met name Afrika. Die business gaat gewoon door. Maar zo’n veroordeling doet toch pijn. We kennen Trafigura als een bedrijf dat niet vaak voor een rechter komt en in civiele procedures altijd probeert te schikken. Als Trafigura was weggekomen met dit ernstige milieudelict, zou dat een slecht signaal zijn geweest voor andere bedrijven die zich bezig houden met dit soort praktijken, waar ook ter wereld.’

Heeft Trafigura zelf geleerd van deze slepende zaak?

‘Dat is moeilijk te zeggen. We kennen Trafigura als een bedrijf dat totaal geen interesse heeft in het beschermen van mens en milieu. In deze zaak heeft het bedrijf geen uitleg gegeven of spijt getoond. We hebben dan ook geen tekenen dat Trafigura zijn leven heeft gebeterd sinds het schandaal in Ivoorkust. Er zijn vermoedens dat het omstreden chemische proces dat plaatsvond op de Probo Koala op grotere schaal plaatsvindt. Als dat waar is, wat gebeurt er dan met het afval? Gelukkig onderzoekt de politie momenteel of er inderdaad op grotere schaal op schepen wordt gerommeld met goedkope benzine.’

Het lijkt vechten tegen de bierkaai. Wat houdt je gemotiveerd om te blijven strijden?

‘Ik blijf gemotiveerd omdat het hier gaat om een grote multinational die geld noch moeite spaart om aan zijn straf te ontkomen, een multinational die probeert informatie weg te houden uit de openbaarheid en sinds de dump van het afval in alle toonaarden zwijgt. Maar als je gaat graven, stuit je op schandaal na schandaal. Het is wonderlijk om te zien dat Trafigura, ondanks al het belastende bewijs, steeds wegkomt met zijn gedrag.

Sinds de dump van het afval houdt Trafigura stelselmatig de luiken dicht. Het bedrijf doet niets om inzichtelijk te maken wat zich werkelijk heeft afgespeeld. Terwijl openheid van zaken, met name over de precieze samenstelling van het afval, essentieel was, zeker vlak na de dump. De bevolking van Abidjan had geen idee waaraan ze werd blootgesteld. En juist in die belangrijke periode bleef Trafigura volhouden dat het om gewoon scheepsafval ging.

Daarnaast probeert Trafigura kritische media en maatschappelijke organisaties de mond te snoeren. In Groot-Brittannië lijkt die tactiek succesvol te zijn. Wegens strenge en verouderde smaadwetgeving durven Britse media nauwelijks nog over de zaak te schrijven, uit angst voor miljoenenclaims. In zo’n klimaat is de rol van een onafhankelijke milieuorganisatie als Greenpeace heel belangrijk. Wij blijven roepen om onderzoek en gerechtigheid en we brengen cruciale feiten aan het licht die door Trafigura worden verzwegen.’

Juist die voortrekkersrol is Greenpeace de afgelopen tijd op kritiek komen te staan. De milieuorganisatie zou een vertekend beeld hebben geschetst van de affaire en onterecht het afval als giftig hebben bestempeld.

‘Wij hebben van begin af aan het beestje bij de naam genoemd. Het afval aan boord van de Probo Koala was giftig en vormde een bedreiging voor mens en milieu. Dat heeft de rechter vorig jaar nog bevestigd toen hij Trafigura veroordeelde wegens de illegale export van het afval vanuit de Amsterdamse haven. De rechter baseerde zich daarbij op analyses van het Nederlands Forensisch Instituut, dat in 2006 monsters van het afval had gekregen van de politie. Hoe je het ook wendt of keert, Trafigura heeft in 2006 willens en wetens gevaarlijk afval gedumpt in een ontwikkelingsland. Over de mogelijke gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid leek het bedrijf zich niet druk te maken.’

De kritiek kwam de afgelopen tijd voornamelijk van publicist Jaffe Vink, die in zijn boek ‘Het gifschip’ beweert dat het afval stonk, maar geen gevaar opleverde voor de gezondheid.

‘Het komt Trafigura heel handig uit dat Vink de argumentatie van de multinational haast een-op-een overneemt, zonder ook maar enig weerwoord te halen bij andere partijen. Vink beweert van alles over Greenpeace, maar heeft niet één keer contact met mij heeft gezocht. Zo kan ik ook een boek schrijven.’

Het is toch mogelijk dat Vink door eigen onderzoek tot dezelfde conclusies komt als Trafigura?

‘Vinks boek is uiterst eenzijdig. Zijn kijk op de samenstelling van het afval en de chemische reacties die wel of niet hebben plaatsgevonden op de plekken waar het afval is gedumpt, rammelt aan alle kanten. Hij begint met een conclusie en redeneert daar in honderd pagina’s naartoe. Ook laat hij de wandaad van Trafigura, het illegaal verschepen en laten dumpen van gevaarlijk afval in een ontwikkelingsland, volledig buiten beschouwing. In zijn betoog richt hij zich voornamelijk op de vraag of het zeer giftige zwavelwaterstof is vrijgekomen. Hij beweert van niet. Experts die wij hebben geconsulteerd, zeggen dat dit gas mogelijk wél is vrijgekomen.

Ook gaat Vink voorbij aan alle andere schadelijke stoffen die in het afval aanwezig waren. Wat te denken van natriumhydroxide, een stof die zeer schadelijk is voor de ogen en de longen. Bij contact met de huid ontstaan direct blaren. In het afval zaten ook koolwaterstoffen uit minerale olie, zoals tolueen, dat bij langdurige blootstelling schadelijk is voor nieren, longen en lever. Ook bevatte het afval het kankerverwekkende benzeen.’

De kern van Vinks betoog is dat er geen doden zijn gevallen door het afval, anders dan de Ivoriaanse overheid beweert. Stel je voor dat ooit wordt bewezen dat inderdaad niemand is ziek geworden of gestorven door het afval, krijgt Vink dan gelijk? Was de zaak rond de Probo Koala dan niet meer dan een ordinaire mediahype?

‘Of er doden of gewonden zijn gevallen, maakt voor de giftigheid van het afval niets uit. Afval is giftig als het bepaalde stoffen in zich draagt die schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu. Trafigura wist dat het afval gevaarlijk was, maar heeft het desondanks naar Ivoorkust gebracht en daar achtergelaten bij een bedrijfje waarvan het had kunnen weten dat dit het afval niet op een verantwoorde manier zou verwerken; dát is het schandaal. Dat er onduidelijkheid is over het precieze aantal doden en de effecten op mens en milieu is juist het gevolg van het dumpen van afval in een ontwikkelingsland. Na de dump van het afval op achttien verschillende plekken in Abidjan vond geen adequaat onderzoek plaats. Als Trafigura het afval op de Veluwe had laten dumpen, was het een heel ander verhaal geweest.

Of er daadwerkelijk doden of gewonden zijn gevallen, is in feite bijzaak, hoe cru dat ook klinkt. Het gaat om de risico’s voor mens en milieu die Trafigura bewust heeft genomen door het afval in een ontwikkelingsland achter te laten. Het eenzijdige betoog van Trafigura en Vink is volgens mij niet meer dan een poging om de aandacht af te leiden van de vreselijke wandaad die Trafigura heeft begaan.’

Wat staat je het meeste bij van alle jaren dat je je met deze zaak bezighoudt?

‘Hoe Trafigura keer op keer recht praat wat toch evident krom is. Een voorbeeld: Trafigura schuift al jarenlang de schuld voor de dump af op het Ivoriaanse bedrijfje Tommy, dat het afval voor Trafigura zou verwerken. Trafigura betaalde de Ivoriaanse overheid meer dan € 152 miljoen in ruil voor immuniteit. De directeur van Tommy daarentegen zit een gevangenisstraf uit van twintig jaar. Je hoeft geen juridisch expert te zijn om te zien dat Trafigura willens en wetens een pas opgericht eenmansbedrijfje inhuurde om snel en goedkoop van het afval af te komen. Alleen al de vergoeding die Trafigura betaalde, een luttele €14.000, was een teken dat van verantwoorde verwerking geen sprake zou zijn. De offerte werd nota bene met de hand opgesteld!

Tijdens de rechtszaak vorig jaar verschuilde Trafigura zich achter de kapitein van de Probo Koala. Dat de formulieren verkeerd zijn ingevuld toen het afval werd aangeboden in de Amsterdamse haven, dat had de kapitein zogenaamd uit eigen beweging gedaan, daar wist Trafigura niets van af. Ik ken deze zaak inmiddels van binnen en van buiten, heb de rechtszittingen gevolgd, heb vele honderden documenten verzameld, en toch ben ik steeds weer oprecht verbaasd hoe Trafigura in staat is om recht te praten wat krom is. Met behulp van hordes peperdure advocaten welteverstaan.’

Dat Trafigura de wet heeft overtreden, lijken zelfs criticasters als Vink niet te betwisten. Hoe komt het dat vervolging zo ongelooflijk lastig blijkt?

‘Een Nederlandse officier van justitie verklaarde eerder dit jaar nog dat dit de meest complexe milieuzaak is die het Nederlandse OM ooit heeft gedaan. Werkelijk alle procedures uit het Wetboek van Strafvordering komen voorbij, want Trafigura vecht alles aan, met behulp van een eindeloze stoet advocaten. Nederland is een rijk land, maar veel andere landen waar Trafigura actief is, vaak kwetsbare economieën in Afrika en Azië, hebben überhaupt het geld en de capaciteit niet om zo’n zaak tot een einde te brengen. Daar maak ik me zorgen over.

Elke keer als nieuwe schokkende feiten boven tafel komen, denk ik, misschien heel naïef, dat Trafigura schuld zal bekennen. Bijvoorbeeld toen Greenpeace interne e-mails aan het licht bracht waaruit bleek dat Trafigura, tot de directie aan toe, heel goed wist dat het om gevaarlijk, giftig afval ging. Toch blijft Trafigura stelselmatig volhouden geen verantwoording te dragen voor wat zich in Ivoorkust heeft afgespeeld.

Slechts één keer, kort na de dump, is er een bekentenis geweest. Internationaal directeur Claude Dauphin werd op 26 september 2006 verhoord door de Ivoriaanse politie. “Wie is verantwoordelijk voor het drama dat zich in Ivoorkust heeft afgespeeld?”, luidde de laatste vraag. Dauphin antwoordde toen: “Dat is Trafigura.” Trafigura heeft in de jaren daarna geld noch moeite gespaard om deze bekentenis te niet te doen.’

Wat moet er veranderen om dit soort milieumisdaden in de toekomst te voorkomen?

‘Het is belangrijk dat we lering trekken uit deze zaak. Het milieudelict van Trafigura strekt zich uit over zo’n tien landen, waaronder Mexico, Tunesië, Nigeria en Ivoorkust. Er zou veel meer samenwerking moeten zijn tussen de opsporingsdiensten van verschillende landen. Dat gebeurt nu maar mondjesmaat, het blijft enorm puzzelen. Nationale rechtssystemen schieten tekort om een bedrijf als Trafigura voor de hele affaire te berechten. Het zou misschien beter zijn als er een overkoepelend orgaan is, een internationaal gerechtshof dat dit soort milieumisdaden op internationaal niveau kan aanpakken. Ten slotte zie je dat de zee een vrijplaats is om dingen te doen die op land niet meer mogen. Brutale bedrijven als Trafigura maken daar misbruik van. Wij zouden graag zien dat de scheepvaart strenger wordt geregeld en de controle op zee wordt uitgebreid.’

Wat is jullie volgende stap in deze zaak?

‘In Ivoorkust heeft Trafigura vervolging afgekocht en de Nederlandse rechter heeft geoordeeld dat Trafigura niet in Nederland kan worden vervolgd voor de dump van het afval in Abidjan. Een belangrijke volgende stap is dat we laten zien hoe een bedrijf kan wegkomen met zeer verwerpelijke daden. Het is belangrijk dat er lessen worden getrokken uit deze zaak. De politiek moet ervoor zorgen dat multinationals verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor wat ze doen, waar ook ter wereld. Het is eng om te zien dat overheden qua macht inboeten ten opzichte van bedrijven. De omzet van Trafigura is groter dan het BNP van menig Afrikaans land. Dat zet je aan het denken.’