Gisteren protesteerden actievoerders van Greenpeace in Helsinki tegen het Finse Neste Oil. Dit bedrijf gebruikt grote hoeveelheden palmolie waarvoor regenwoud is gekapt. Hetzelfde bedrijf opent in juni een palmoliefabriek op de Rotterdamse Maasvlakte.

Woensdag kreeg het bedrijf al de Public Eye Award uitgereikt voor het meest schadelijke bedrijf van het jaar. Het bedrijf werd met 17.385 stemmen gekozen in een internetcompetitie die mede door Greenpeace was georganiseerd.

Palmolie voor biodiesel

Neste Oil gebruikt palmolie als basis voor zijn biodiesel. Voor de aanleg van palmolieplantages worden in Indonesië en Maleisië omvangrijke bosgebieden met de grond gelijk gemaakt. Dit veroorzaakt niet alleen extra CO2-uitstoot, maar vernietigt ook het leefgebied van beschermde diersoorten als de orang-oetan en de tijger.

Grootste biodieselfabriek in Rotterdam

In juni opent Neste Oil een palmoliefabriek op de Rotterdamse Maasvlakte. Naast een identieke fabriek in Singapore, die begin dit jaar in gebruik werd genomen, is dit de grootste biodieselfabriek ter wereld. Neste Oil verwerkt dan zo’n 5 procent van de palmolieproductie van de wereld, en streeft hiermee Unilever voorbij als grootste palmolieverbruiker ter wereld.

Een vergissing van Rotterdam

Het bedrijf is door Rotterdam binnengehaald als schoolvoorbeeld van duurzaam ondernemen. Een vergissing van de havenstad, volgens Kees Kodde, campageleider bossen bij Greenpeace. ‘Neste Oil claimt duurzame biobrandstoffen te produceren. ’ zegt Kodde. ‘Maar biodiesel van palmolie is geen oplossing voor klimaatverandering. Integendeel, het verergert het probleem: regenwouden worden gekapt om plaats te maken voor palmolie voor auto’s. Greenpeace roept bedrijven op geen zaken te doen met Neste Oil.’

Biodiesel geen schone optie

Biodiesel van palmolie lijkt misschien groen, maar is het absoluut niet. Om klimaatwinst te boeken moeten bedrijven inzetten op echt schone opties, zoals electrisch rijden en biobrandstoffen die worden gemaakt van organisch afval als biogas.