Greenpeace en de kolenbedrijven zijn verwikkeld in een achterhoede gevecht. Zelfs de SER heeft geconcludeerd dat het bijstoken van biomassa in kolencentrales zou moeten stoppen, omdat duurzame biomassa schaars is en deze niet moet worden verbrand voor stroomopwekking. De uitspraak van de geschillencommissie verandert daar niks aan en vandaar dat Greenpeace, samen met WNF, Natuur & Milieu, de Natuur- en Milieufederaties en Milieudefensie bij de oproep aan minister Wiebes blijft: stop zo snel mogelijk met bijstook biomassa in de kolencentrales. 

De geschillencommissie constateert dat de energiebedrijven zich niet hebben gehouden aan meerdere afspraken van het Convenant Biomassa, maar dat “de commissie niet kan concluderen dat de energiebedrijven niet in redelijkheid uitvoering hebben gegeven aan het Convenant.” De commissie constateert verder dat nadere afspraken nodig zijn om aan te tonen dat de biomassa die de kolencentrales gebruiken voldoen aan álle duurzaamheidscriteria. De commissie doet daar voorstellen voor, maar geeft geen eindoordeel. Bovendien leiden deze extra procedures tot nog meer bureaucratie en weinig houvast. Greenpeace vindt dit zeer teleurstellend omdat de onafhankelijke rapporteur CE Delft heeft geconstateerd dat de kolenbedrijven de duurzaamheid niet kunnen aantonen voor de biomassa die in 2019 gebruikt is. 

Greenpeace heeft weinig vertrouwen dat de kolenbedrijven nog serieus hun praktijken gaan verbeteren. Ook in hun reactie op de uitspraak van de geschillencommissie zeggen de bedrijven dat “de duurzaamheid van de biomassa die zij gebruiken, voldoende [is] aangetoond”. Dat is echter niet wat de geschillencommissie concludeert. En zo gaan we maar door met een achterhoede gevecht terwijl de praktijk niet in lijn is met wat de gezamenlijke milieuorganisaties hadden beoogd met dit Convenant. 

Het is overduidelijk dat biomassa een groot risico voor het klimaat en ecosystemen is als er op steeds grotere schaal hout verbrand wordt om energie te produceren. En op de schadelijke gevolgen voor natuur en gezondheid van stikstofverbindingen, fijnstof en andere luchtvervuiling die bij de verbranding vrijkomt. Daarom moet de minister nu zijn verantwoordelijkheid nemen en de subsidies stopzetten voor de grootschalige toepassing van biomassa in Nederlandse kolencentrales. De bedrijven moeten een redelijke compensatie krijgen en met het geld dat overblijft, kan échte groene stroom worden gesteund.