Amsterdam, Nederland — Japanners jagen al tien dagen niet meer op walvissen doordat Greenpeace het Japanse fabrieksschip van de walvisvloot achtervolgt. Alleen op dit schip kunnen de walvisjagers geharpoeneerde walvissen binnenhalen en hun vlees verwerken en invriezen. Greenpeace heeft nu ook twee van de drie vangstschepen in zicht.

Een jachtschip van de Japanse walvisvloot voegt zich bij het fabrieksschip. Zolang het fabrieksschip buiten het vangstgebied is, kan de vloot niet jagen. Het Greenpeace-schip de Esperanza, zichtbaar op de achtergrond, blijft het fabrieksschip achtervolgen.

“Vanochtend zagen we walvissen voor de boeg van het vangstschip
zwemmen. Zo lang wij de schepen opjagen zijn zij gelukkig veilig”,
aldus Nederlandse actievoerster Jetske Nagtglas aan boord van de
Esperanza. Mocht de Japanse vloot de jacht op de Zuidelijke Oceaan
hervatten, dan zal Greenpeace er met vreedzame middelen alles aan
doen de walvissen te beschermen.

Actievoerders van Greenpeace voeren vrijdag in rubberbootjes
naar het vrachtschip om het Japanse teken voor ‘nep’ voor het woord
‘research’ op de romp van het vrachtschip te houden. Hiermee willen
ze aangeven dat het zogenaamde onderzoek waarvoor de Japanners
honderden walvissen doden, bedrog is. De walvisjagers bespoten de
actievoerders, waaronder rubberbootbestuurster Jetske Nagtglas,
vanaf hun schip met ijskoud water.

Door de acties van Greenpeace keren nu ook de Japanse media zich
steeds meer tegen de walvisjacht. De grootste Japanse krant, de
Asahi Shimbun, vraagt zich letterlijk af ‘waarom de Japanse
regering zo vasthoudend blijft jagen op walvissen’, terwijl bijna
niemand het walvisvlees wil eten. Jetske Nagtglas: “De Japanse
walvisjacht is totaal nutteloos, het onderzoek levert niets op en
niemand wil het vlees eten. De voorraden walvisvlees in Japan
worden alleen maar groter. Japan moet per direct stoppen met deze
nutteloze slacht en haar vloot terughalen uit de Zuidelijke
Oceaan.”