Illegale houtkap bedreigt bossen Congo

Industriële houtkapbedrijven kunnen in de Democratische Republiek Congo (DRC) straffeloos bossen verwoesten. Dat blijkt uit een rapport dat Greenpeace Afrika en de Congolese organisatie RRN[1] vandaag lanceren in Kinshasa. De Congolese boswetgeving wordt omzeild en overtreden. Dit gaat ten koste van bossen en gebieden waar de bonobo leeft, een bedreigde apensoort. Greenpeace roept Nederlandse houtimporteurs op om geen illegaal gekapt hout uit de DRC te importeren en te verkopen.

Congolese overheid onderdeel van het probleem
Het rapport laat zien hoe het huidige moratorium op nieuwe industriële kapconcessies in DRC wordt omzeild. Om bij gewilde houtsoorten als bijvoorbeeld wengé te komen, maken industriële bedrijven gebruik van vergunningen die bedoeld zijn voor artisanale houtkap door ambachtelijke Congolese bedrijfjes. Juvin Akiak, bossencampaigner bij Greenpeace Afrika: ‘Greenpeace roept de Congolese overheid op om alle illegaal uitgegeven vergunningen in te trekken en het moratorium te handhaven.’
 
Houtimporteurs moeten legaliteit garanderen
Volgend jaar maart treedt nieuwe Europese houtwetgeving in werking en krijgen houthandelaren boetes en straffen bij overtredingen van het verbod op de handel in illegaal hout. Extra reden voor handelaren om de handelsketen door te lichten. Greenpeace roept Europese landen op om er voor te zorgen dat sancties en controles overal even sterk zijn. Anders komt illegaal gekapt hout alsnog via de achterdeur Europa binnen. Danielle van Oijen, bossencampaigner bij Greenpeace Nederland: ‘Nederlandse importeurs moeten consumenten kunnen garanderen dat het hout niet illegaal gekapt is, zeker als het hout uit risicogebieden komt als de DRC. “Houtcowboys” kappen er illegaal en zonder enige controle. De lokale bevolking trekt daarbij aan het kortste eind. Geen inkomsten, wel uitbuiting en een verwoest bosgebied.’
 
Veldwerk in de DRC
Het rapport is gebaseerd op veldonderzoek in de DRC. Greenpeace vond verschillende voorbeelden van illegale kap bij Bolobo en Oshwe in de provincie Bandundu. CEBA, een houtkapbedrijf dat bij het bonobo-gebied kapt, heeft elf vergunningen terwijl wettelijk niet meer dan twee vergunningen zijn toegestaan. Niet alleen de natuur is slachtoffer. Arbeiders vertelden Greenpeace dat de werkomstandigheden verschrikkelijk slecht zijn en dat formele contracten ontbreken. Volgens de wet zijn de artisanale vergunningen enkel bestemd voor Congolezen, maar in het bos zagen de Greenpeace-onderzoekers personen en bedrijven uit onder andere Zwitserland, Spanje, China en Libanon aan het werk.
 
De bossen in het Congobekken
In het Congobekken ligt het op een na grootste tropisch regenwoud van de wereld, na de Amazone. De bescherming van deze bossen is cruciaal voor het tegengaan van klimaatverandering en verlies van biodiversiteit. Bijna 60 procent van de bossen in het Congobekken liggen in de DRC, waar rond de 40 miljoen mensen afhankelijk zijn van het bos voor hun levensonderhoud. De industriële exploitatie van deze bossen heeft tot nu toe nog geen duurzame ontwikkeling gebracht voor de lokale bevolking.

[1] Réseau Ressources Naturelles (RRN) is een platform voor maatschappelijke organisaties voor milieu en mensenrechten met 256 leden in de 11 provincies van DRC.

Noot voor de pers
Het rapport is te downloaden via deze link.

Meer informatie
* Ingrid van den Berg, persvoorlichting Greenpeace Nederland, +31 6 2503 1013
* Just van den Broek, coördinator Bossen Greenpeace Afrika, +24 39 7004 7001