Trafigura vond verwerking van ongebruikelijk smerig afval in Nederland te duur en liet het in 2006 tegen de internationale regels naar het straatarme, economisch kwetsbare Ivoorkust vervoeren, wetende dat het daar grote schade zou kunnen toebrengen aan mens en milieu. Het in Amsterdam gevestigde bedrijf is in 2010 voor dit internationale milieudelict door de Amsterdamse rechtbank veroordeeld tot een boete van een miljoen euro.
Trafigura wil de veroordeling in Nederland koste wat het kost van tafel hebben. Tot nu toe weet de top van Trafigura zich nog aan vervolging te onttrekken, met behulp van een internationaal opererend cohort advocaten en adviseurs public affairs. Afkoopsommen van honderden miljoenen euro’s werden uitbetaald aan Ivoorkust en Ivoriaanse slachtoffers, in ruil voor stilzwijgen en het staken van rechtszaken en schadeclaims.
Twijfel en onrust zaaien rondom rechtszittingen is een van de vaker door Trafigura toegepaste tactieken om de aandacht af te leiden van de milieumisdrijven. Daarin opereert het bedrijf op het randje van het oorbare. In Engeland probeert Trafigura de zaak in de doofpot te stoppen door kostbare juridische procedures tegen de media te voeren of daarmee te dreigen. In Nederland startte het oliebedrijf een advertentiecampagne in grote landelijke dagbladen om zonder weerwoord te kunnen betogen dat het maatschappelijke verantwoordelijk opereert in Afrika en dat er geen doden zouden zijn gevallen in Ivoorkust. De Reclame Code Commissie oordeelde in juni 2010 dat Trafigura het publieke misleidt als zij zegt dat ze het beste voor heeft met de West-Afrikaanse regio. Trafigura’s argumentatie dook onlangs op in een snel geschreven pamflet van liberaal polemist en filosoof Jaffe Vink. Hij volgt de redenatie van Trafigura en betoogt dat de Nederlandse media en Greenpeace schuldig zijn aan het overdrijven van het schandaal. Net als Trafigura besluit hij dat het eigenlijk alleen om stankoverlast ging. Deskundigen en de rechtbank oordelen het afval als gevaarlijk. (1)
“Trafigura legt rookgordijnen aan om de aandacht van hun misdrijf af te leiden.” stelt Marietta Harjono van Greenpeace. “Het schatrijke bedrijf loste in een arm land voor een spotprijs zijn giftige afval. De komende tijd moet het gaan over de verantwoording van Trafigura voor wat het misdaan heeft.”
Voor meer informatie:
Greenpeace campagneleider Marietta Harjono is maandag 14 november om 09.00 uur aanwezig bij de eerste zitting inzake het Hoger Beroep van OM vs Trafigura. Zij is bereikbaar 0615 007411 Persvoorlichting Greenpeace Nederland Loes Visser 020 – 5249 577
(1) Prof. Dr Lucas Reijnders, biochemicus en Jacob de Boer Hoogleraar Miliechemie en Toxicologie aan de VU bevestigen dat het mengsel een wezenlijke bedreiging voor de gezondheid en het milieu vormt. Ook de rechtbank oordeelt het afval op basis van monsters van het Nederlands Forensisch Instituut als gevaarlijk.
Greenpeace is een wereldwijde milieuorganisatie die actie voert voor schone energie, prachtige oerbossen en levende oceanen. We maken milieuproblemen zichtbaar en bewegen overheden en bedrijven tot oplossingen door onderzoek, overleg en actie. In Nederland worden we gesteund door circa 495.000 donateurs. Greenpeace is volledig onafhankelijk, en neemt geen geld aan van overheden of bedrijven.
Achtergrond bij het Hoger Beroep
De zittingsdagen zijn op ma 14 november, dinsdag 15 november, donderdag 17 november, [vrijdag 18 november], ma 21 november, di 22 november, vr 25 november, 18 november (reservedag) en 29 november. De uitspraak wordt medio december verwacht.
Vorig jaar werden Trafigura en een van haar medewerkers tevens schuldig bevonden aan het verzwijgen van de aard van voor het “leven of de gezondheid schadelijke waren”, toen Trafigura het afval aanbood aan het Amsterdamse afvalverwerkingsbedrijf APS. De rechter noemde de illegale export de meest ernstige overtreding, sprak van “opzettelijkheid” en “boze opzet” en legde voor de strafbare feiten een geldboete op van 1.000.000 euro.
De kapitein van de Probo Koala, het schip waarmee het afval naar Ivoorkust werd vervoerd, werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden voor valsheid in geschrift. Trafigura werd daarvan vrijgesproken. De werknemer van Trafigura kreeg een boete van 25.000 euro en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden. De gemeente Amsterdam, APS en de voormalig directeur van de afvalverwerker gingen vrijuit.
Zowel Trafigura als het openbaar ministerie gingen in beroep tegen de uitspraak en de beroepszaak zal zich richten op Trafigura Beheer, APS en de gemeente Amsterdam. Tijdens een voorbereidende zitting van de beroepszaak werd op 3 juli 2011 jl. het vonnis van de medewerker van Trafigura vernietigd omdat het Hof het eens was met advocaat van Trafigura’s medewerker dat de economische kamer van de Amsterdamse rechtbank niet bevoegd was. Het OM is tegen dit besluit in cassatie gegaan. Trafigura’s medewerker zal daarom (nog) niet onderdeel zijn van de beroepszaak.