Deze week zaten wij bij de Raad van State tegenover de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), de toezichthouder op illegale houtimport. Het hoogste rechtsorgaan van Nederland komt in mei dit jaar met een eindoordeel over ons langlopend conflict met de NVWA, die volgens ons onvoldoende heeft gedaan om de Europese houtwet, die in 2013 in werking trad, direct tot een succes te maken. Met deze wet heeft de NVWA hét machtsmiddel in handen om overtreders van illegale houtimport aan te pakken, maar waarom trad de toezichthouder dan niet op? Een korte geschiedenis… 

Foto: Marizilda Cruppe/Greenpeace

Feest! Van korte duur…
Op 1 maart 2013 was het feest. Toen werd – na jarenlang campagne voeren- de Europese wet tegen illegaal hout ingevoerd. Sindsdien is het importeren van illegaal gekapt hout voor ons parket, botenbouw of raamkozijn in Europa strafbaar. Maar we wisten direct; ons werk zit er nog niet op. Juist in de uitvoering van deze noodzakelijke wet tegen illegale houtimport ging veel mis. Enkele houtimporteurs lapten deze wet aan zijn laars en bleven illegaal hout importeren. 

Dossier vol misstanden
Wij hielden deze bedrijven nauwlettend in de gaten en in 2014, één jaar nadat de wet in werking trad, overhandigden we de NVWA een dossier over illegaal gekapt hout uit Amazonewoud dat op de Nederlandse markt was gekomen. We verzochten de NVWA om de nieuwe illegale houtwet te handhaven en de foute houtimporteurs een voorwaardelijke boete op te leggen. Maar de NVWA besloot dat een waarschuwing voldoende was.

Vrijbrief voor bedrijven
Deze houding van de NVWA is voor ons onverteerbaar. Hoezo een waarschuwing? Bedrijven wisten al jaren dat de Europese wet tegen illegaal hout eraan kwam en hadden dus tijd genoeg om hun zaakjes op orde te hebben en hun banden met natuurverwoesters te verbreken. Foute bedrijven moet je direct tot de orde roepen met een voorlopige boete. Dat is immers al een soort waarschuwing; als het bedrijf daarna niet wéér in de fout gaat, hoeft het de boete immers niet te betalen. 

Maar de NVWA hield voet bij stuk en vond een voorlopige boete niet nodig. Zij vonden dat Greenpeace zich niet moest bemoeien met de wijze waarop zij overtreders aanpakken. Daarop stapte Greenpeace naar de rechter. Door het slappe optreden van de NVWA tegen bewezen foute importeurs wordt een verkeerd signaal afgegeven. Namelijk: Bij de invoering van een nieuwe wet kun je in het begin prima de kantjes ervan af lopen. 

Lange adem van Greenpeace
Het was het begin van een juridische strijd die nu nog voortduurt. Inzet: moet de NVWA met terugwerkende kracht de illegale houtwet naleven en de foute houtimporteurs alsnog een voorwaardelijke boete opleggen? Tot twee keer toe besloot de rechter dat wij gelijk hebben en dat de NVWA moet handhaven. De NVWA is het niet eens met dit oordeel en stapte daarom naar de allerhoogste rechter van Nederland, de Raad van State. Zij moet nu een eindoordeel gaan vellen over ons geschil.

Wet is één, naleving een even belangrijke tweede
Ondertussen gaat deze zaak allang niet meer alleen over de import van illegaal hout. We hebben in de toekomst veel meer van dit soort wetten mét sluitende handhaving nodig die bedrijven verplicht niet langer betrokken te zijn bij ontbossing. Wij maken ons nu hard voor een Europese bossenwet die duurzaamheidseisen moet stellen aan risicoproducten als soja voor veevoer en palmolie. Bedrijven moeten – net als bij de illegale houtwet- alle risico’s daarop uitsluiten. Alleen zo kunnen we onze betrokkenheid bij ontbossing een halt toeroepen. 

Maar zoals blijkt bij de illegale houtwet: een goede wet staat of valt met goede handhaving. Dat vraagt om direct handhaven zodra een nieuwe wet in werking treedt en niet eerst nog wat aanmodderen met de fluwelen handschoenen aan. Want we hebben geen tijd – én geen bos – meer te verliezen. We kijken daarom uit naar het oordeel van de Raad van State over het verplicht handhaven van de illegale houtwet. We houden je op de hoogte.