Afgelopen week organiseerde het ministerie van Landbouw de BIJeenkomst, een initiatief om bijensterfte tegen te gaan. Greenpeace en de chemieconcerns bleken het daar verbluffend met elkaar eens: meer bloemen op het platteland zal de bijen enorm helpen. Wat voor de een afleiding is van het werkelijke probleem, is voor de ander het begin van een fundamentele oplossing.

Sterke bij beter bestand tegen ziektes

Volgens gifproducent Syngenta ligt bijensterfte natuurlijk niet aan het gifgebruik. Stapels wetenschappelijke studies ten spijt blijven zij van mening dat hun middelen geen invloed hebben op de sterfte. De bijen hebben alleen honger en worden ziek door de varroamijt. Bloemen zijn voedsel voor de bijen. En een goed gevoede bij kan beter tegen een stootje. Verder moeten we vooral meer onderzoek doen naar de varroamijt en deze bestrijden met… hoe anders, gif gemaakt door dezelfde industrie.

Ander landbouwlandschap

Ook Greenpeace vindt dat er meer bloemen in het landschap moeten komen. Want alleen een verbod op voor bijen gevaarlijke middelen is onvoldoende om deze diertjes te redden. Wij willen de landbouw veranderen zodat deze minder afhankelijk is van onder andere door Syngenta en Bayer geproduceerde insecticiden. En dat kan met flower power waar de chemische industrie over praat, maar dan net even anders.

Terug naar het ecologisch evenwicht

Bloemrijke akkerranden voeden niet alleen hongerige bijen, ze concurreren ook met de gifstoffen die de industrie produceert. Het is een simpel en miljoenen jaren oud principe: bepaalde bloemen trekken insecten aan die graag plaagdieren eten zoals de luis. Helaas reiken de tentakels van de chemische industrie tot op het erf. Daar krijgen boeren standaard het advies: wij van WC-eend adviseren…. Met bloemrijke akkerranden én onafhankelijke kennis over plaagdieren hoeven boeren helemaal geen insectengif meer te gebruiken. En dat blijkt ook uit honderden veldstudies met bloemrijke akkerranden die nu overal in Nederland plaatsvinden. Greenpeace vindt dat de overheid daarvoor een deel van de landbouwsubsidies zou moeten inzetten.