Automobilisten helpen ongewild en onbewust mee aan vernietiging van oerbossen door het tanken van zogenaamde biobrandstoffen. Dit blijkt uit een factsheet <1> dat Greenpeace vandaag heeft gepubliceerd. Een studie naar de brandstof bij tankstations in negen Europese landen toont aan dat de bijgemengde biobrandstoffen in veel gevallen gemaakt zijn van palmolie, soja en raapzaad. Onderzoek in opdracht van de Europese Commissie <2> laat zien dat deze biobrandstoffen naast directe ontbossing ook bijdragen aan indirecte landconversie zoals ontbossing en daardoor juist schadelijker zijn voor het klimaat dan fossiele brandstoffen.<3>

Afgelopen december heeft de Europese Commissie toegezegd verschillende opties te onderzoeken om indirecte landgebruik veranderingen, (Indirect Land Use Change, afgekort ILUC) mee te wegen in de duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen. Deze duurzaamheidscriteria moeten ervoor zorgen dat alleen biobrandstoffen die duurzaam zijn en die de broeikasgasuitstoot daadwerkelijk verminderen worden gestimuleerd door de EU. Het doel van het EU hernieuwbare brandstoffen beleid is namelijk om de broeikasgasuitstoot in te perken om klimaatverandering tegen te gaan. Maar met het bijmengen van de biobrandstoffen die nu bij de tankstations zijn aangetroffen wordt het omgekeerde bereikt; er wordt meer uitgestoten, wat het klimaatprobleem juist verergert. Ondanks de recente studie die door de Europese commissie was uitgezet en die dit onomstotelijk vaststelt, laait het debat in Brussel hoog op of deze ILUC factor wel moet worden meegewogen.

“Deze weken rijden een hoop mensen met de auto naar hun vakantiebestemming, niet wetende dat ze bij het tanken bijdragen aan oerbosvernietiging,”stelt Hilde Stroot, campagneleider Bossen bij Greenpeace. “Consumenten gaan er juist van uit dat hun biobrandstof groen is en een verbetering voor het milieu maar komen nu bedrogen uit. Brussel moet nu beleid instellen en wettelijk verankeren dat de goede biobrandstoffen van de slechte worden gescheiden. En ervoor zorgen dat dit beleid ook gaat doen waarvoor het bedoeld is, helpen bij het oplossen van ons klimaatprobleem.”

Het EU-beleid voor hernieuwbare brandstoffen zal het gebruik van biobrandstoffen opdrijven, volgens een analyse van de overheidsplannen zal in 2020 170% meer biobrandstof verbruikt worden dan vandaag de dag. 71% daarvan zal biodiesel zijn.

Greenpeace roept op tot de volgende EU beleidsveranderingen:
• Ontwikkeling van wetgeving die energieproducten verplicht de indirecte landgebruikeffecten van de biobrandstoffen die worden bijgemengd in beeld te brengen
• Biobrandstoffen die niet of slechts weinig bijdragen aan het terugbrengen van broeikasgas emissies moeten niet meegeteld worden in de nieuwe energie doelstellingen en moeten niet (financieel) worden gestimuleerd.

[1] ‘Biodiesel tested: How Europe’s biofuels policy threatens the climate’ geeft een analyse van de brandstofcompositie van brandstoffen bij Europese pompstations. [http://www.greenpeace.nl/Publicaties-2011/Fuelling-the-flames]. De resultaten zijn gebaseerd op 92 monsters die afgelopen mei en juni verzameld en geanalyseerd zijn door het Duitse brandstof analyse centrum ASG Analytik.

[2] Een uitgelekte effecten rapportage van de Europese Commissie toont aan dat wanneer indirecte landgebruikseffecten meegenomen worden, de meeste biobrandstoffen afkomstig van landbouwproducten niet of weinig bijdragen aan broeikasgasvermindering. Sommige biobrandstoffen zoals palmolie, raapzaad en soja zijn zelfs slechter dan conventionele fossiele brandstof en leiden tot meer uitstoot. Zie hiervoor het artikel in de European Voice ‘Commission study questions carbon dioxide benefits from EU biofuel’ en artikel in Reuters ‘Climate impact threatens biodiesel future in EU’.

[3] Indirecte landgebruikseffecten, Indirect Land Use Change (ILUC) is de conversie van gebieden met hoge Co2 waarden zoals bossen, graslanden en veengronden naar landbouwgronden voor voedsel en veevoer wat verdrongen is door biobrandstofgewassen.

Meer informatie:
Hilde Stroot, campagneleider Bossen, 06 5206 2975,
Jaap Oppenhuizen, persvoorlichter, 06 2503 1014,