Het mysterieuze blauwe tsjerenkovlicht van een kernreactor lijkt een verwoestend effect te hebben op het moraal kompas van machthebbers. Veiligheidsvoorschriften gaan overboord, hekken worden opgetrokken en pottenkijkers geweerd. Een kerncentrale heeft een onweerstaanbare aantrekkingskracht op schimmige figuren: via processen die ze zelf nauwelijks begrijpen, stroomt het geld binnen. Het enige wat ze hoeven te doen is de staatsveiligheid, de volksgezondheid en het gezond verstand ondergeschikt te maken aan Het Atoom.

Ter illustratie zomaar een paar landen waar men nog vol enthousiasme bezig is met plannen voor nucleaire nieuwbouw: Iran, Rusland, China, India en Zuid-Korea. In Turkije wordt onderhandeld over een kerncentrale bovenop een paar breuklijnen. De premier was er een paar dagen na de ramp in Fukushima als de kippen bij om te benadrukken dat zijn kerncentrale gewoon doorging, aardbevingsgevaar of niet. In Japan zelf besloot men een jaar na de ramp de nucleaire machine weer op te starten met een kerncentrale die ook bovenop een breuklijn ligt. De logica is niet alleen ver te zoeken, ze is uit het zicht verdwenen.

Rusland is niet te beroerd om dubieuze regimes aan een reactor te helpen. Deze week nog ondertekenden Medvedev en Lukashenko een overeenkomst om in Wit-Rusland een nieuwe kerncentrale te bouwen. Vier prominenten uit de antikernenergiebeweging die een petitie wilden aanbieden, werden uit voorzorg van de straat geplukt. Onder het mom dat het om hooligans zou gaan, werden ze veroordeeld tot meerdere dagen cel. Geen getuigen, geen openbaar proces, geen bewijzen.

Het verbaast mij niet dat kernenergie zich steeds meer verplaatst naar landen die het niet zo nauw nemen met de regels. Maar ook landen die het over het algemeen wél van de regeltjes zijn, hebben geen schone handen. In Japan bleek een paar dagen geleden dat werknemers die hun leven waagden om de kernramp in Fukushima te bestrijden, gedwongen werden lood om hun stralingsmeters heen te bouwen, zodat de gemeten waarden lager zouden uitvallen. Dit soort excessen past naadloos in de organisatiestructuur van TEPCO en de Japanse regering. Risico’s worden stelselmatig ontkend en onderschat. Veiligheid is simpelweg te duur en te veel gedoe, men praat liever over geld verdienen.

Dichter bij huis is het beeld evenmin weinig geruststellend. In België krijgt een stokoude centrale in Tihange na veel gelobby van de industrie er tien jaar extra bedrijfstijd bij. Nog geen week later wordt bekend dat er al zes jaar radioactief water weglekt. Nooit ruchtbaarheid aan gegeven, want het probleem oplossen kost geld. Een emmertje onder het lek zetten is toch ook prima? In het Engelse Sellafield is het zwaarst radioactief vervuilde strand in West-Europa te vinden, maar de autoriteiten houden vol dat dit verder geen probleem is. Voor de kust van Normandië braakt een nucleaire fabriek elke dag radioactiviteit uit, iets wat liever wordt verzwegen tegenover toeristen. En in Nederland liggen al tientallen jaren 1700 vaten radioactief afval weg te roesten bij de onderzoeksreactor in Petten. Er is geen geld om het spul op te ruimen. Maar de provincie heeft wel € 40 miljoen over als bijdrage voor het bouwen van een nieuwe reactor. Snapt u het nog?

Wanprestaties worden in de nucleaire industrie niet bestraft, maar beloond. De magie van het tsjerenkovlicht overstemt kennelijk alle alarmsignalen van de ratio. Ik heb ook naar dat licht gekeken en geprobeerd te begrijpen wat de aantrekkingskracht is. Maar koud radioactief blauw blijkt mijn kleur niet. Geef mij maar de warmgele gloed van de zon.