olie
Boren naar olie op de Noordpool is zoiets als zeehondjes doodknuppelen of giftig afval
dumpen: vrijwel iedereen vindt het vreselijk, maar toch gebeurt het. Hoe haalt Shell het in zijn hoofd om naar olie te gaan boren in een van de meest ongerepte plekken op aarde?


Grootste bedrijf ter wereld

Om de bovenstaande vraag te beantwoorden moet je denken als een oliebedrijf. Een
oliebedrijf denkt vooral aan één ding: de prijs van olie. En die is de afgelopen decennia enorm
gestegen. Begin jaren vijftig lag de olieprijs rond de $ 2,77 per vat. Als je corrigeert voor
inflatie zou zo’n vat vandaag de dag $ 25,- kosten. Toch betalen we op dit moment bijna
vier keer zo veel, $ 93,- per vat. Rara, wie ongekend rijk zijn geworden door die enorme
prijsstijging. Inderdaad, oliebedrijven. Het Amerikaanse Fortune Magazine berekende dat
Shell op dit moment het grootste bedrijf ter wereld is, met een jaaromzet van, houd je vast, $
470 miljard.

Olie is al heel lang het nieuwe goud. We zijn ons er vaak niet van bewust dat ons moderne
leven doordrenkt is met olie. In zo’n 40 procent van de wereldwijde energiebehoefte wordt
voorzien door olie én olie zit in bijna alle producten die je dagelijks gebruikt. Van de
synthetische vezels in je broek tot de mineraalolie in je bodylotion en het plastic in je tas van
de Dirk: olie, olie en nog eens olie. Van die verslaving aan olie wordt niet alleen Shell rijk.
Ook overheden pikken een flink graantje mee. Alleen al de accijns op brandstof leverden de
Nederlandse staat vorig jaar zo’n € 8 miljard op. Oliebedrijven hebben politiek heel wat in de
melk te brokkelen, zo veel is duidelijk.

Zelfbehoud
Shell heeft een grotere omzet dan welk ander bedrijf dan ook. Toch kan het op elk moment
beginnen met proefboringen in het Noordpoolgebied. Die twee feiten zijn moeilijk met elkaar
te rijmen. Met zo veel poen op de bank hoeft Shell toch niet zo’n schitterend natuurgebied
aan gort te helpen, zou je zeggen. Maar de directie van Shell staart zich blind op de drie R’en.
Die drie R’en staan voor Reserves Replacement Ratio. Voor elke druppel olie die uit de grond
wordt gezogen, moeten nieuwe oliebronnen worden gevonden, anders worden de CEO en
de aandeelhouders zenuwachtig. Vandaar dat Shell, koste wat kost, zo veel mogelijk nieuwe
oliebronnen wil vinden.

Voor de kust van Alaska liggen naar schatting 20 à 29 miljard vaten olie. Vermenigvuldig dat
met 93 en reken uit je winst. Daarvoor riskeert Shell graag een olielekje hier of daar. Tien jaar
geleden zou het ondenkbaar zijn geweest dat een oliebedrijf wilde boren in zulke moeilijke
omstandigheden. Maar de olie raakt op en onconventionele oliebronnen (teerzanden,
schalieolie en diepzeeboringen) worden steeds aantrekkelijker. Niet alleen voor Shell, maar
ook voor bedrijven als Exxon en BP.

Op = op
Greenpeace roept al jaren dat oliebedrijven hun verantwoordelijkheid moeten nemen en
de transitie naar schone energie moeten aanzwengelen. Ze hebben de middelen. Alleen al
voor een aantal proefboringen (die in het Noordpoolgebied) heeft Shell ruim $ 4 miljard
uitgetrokken. Waarom gebeurt het dan niet? Waarom houden de Shells van deze wereld
angstvallig vast aan vervuilende technologieën? Dat heeft te maken met gevestigde belangen,
met macht en met een infrastructuur die helemaal is ingesteld op olie. Een windmolen of
zonnepaneel past simpelweg niet in het bedrijfsmodel van grote oliebedrijven.

En toch is die energierevolutie onvermijdelijk. Shell en BP kunnen doen alsof ze ziende blind
en horende doof zijn, maar de olie raakt op. En op is in dit geval ook echt op. Niemand weet
het precies, maar naar schatting zijn we over zo’n 50 jaar door alle olie heen. Vandaar dat wij
het blijven roepen en blijven actievoeren voor een overstap naar duurzame energiebronnen,
zoals zon, wind en water. We doen het niet om jullie te pesten, beste mensen van Shell. We
doen het zodat jullie straks nog een baan hebben, en wij allen een schone planeet om op te
leven.