Het kabinet wil zo snel mogelijk een vergunning verlenen voor de bouw van een nieuwe kerncentrale. Minister Verhagen wil in 2015 beginnen met bouwen, zo heeft hij aan de Kamer laten weten. Maar Greenpeace ziet niet gebeuren dat de bouw in 2015 gestart kan worden. Een tweede kerncentrale in Nederland is niet alleen onwenselijk, maar ook onrealistisch.
Om te beginnen heeft het kabinet geen idee wat te doen met de grote hoeveelheid kernafval die de nieuwe centrale zal produceren. Verhagen denkt aan eindberging onder de grond, diep in zoutkoepels of kleilagen. Daar is in Nederland veel verzet tegen. De provincies stuurden vorige week al een brandbrief naar Den Haag, waarin zij zich tegen ondergrondse opslag van kernafval in hun grondgebied uitspreken.
Grote risico’s
Het opslaan van kernafval in de bodem brengt grote risico’s met zich mee. Als radioactief afval in het grondwater terecht komt, brengt dat de drinkwatervoorziening in gevaar. De enige echte oplossing voor het afvalprobleem is volgens Greenpeace nog steeds: stoppen met kernenergie. “Nederland is verantwoordelijk voor haar eigen afval,” aldus Ike Teuling, campagneleider klimaat en energie. “Maar in plaats van te zoeken naar een oplossing, laat het kabinet nog meer kerncentrales bouwen. Het is pure struisvogelpolitiek.”
Veilig verklaard, maar geen bewijs daarvoor
Verhagen liet de kamer op 11 februari 2011 per brief weten onder welke voorwaarden hij een vergunning zal verlenen voor een nieuwe kerncentrale. Hij stelt daarin ondermeer dat de kans op een ernstig ongeluk minder dan eens in een miljoen jaar moet zijn. Het type kerncentrale dat energiemaatschappij Delta wil neer zetten (de EPR) is echter nog nergens ter wereld in bedrijf. De bouw van veel van deze centrales is ernstig vertraagd, vooral vanwege veiligheidsaspecten. “De minister heeft dit soort centrales veilig verklaard, terwijl daar geen enkel bewijs voor is,” zegt Ike Teuling.
Vervuilend, duur en onveilig
Greenpeace verzet zich al jaren tegen de komst van een tweede kerncentrale in Nederland. Kerncentrales zijn vervuilend, duur en onveilig. Ze staan bovendien de overgang op echt duurzame energiebronnen als wind- en zonne-energie in de weg.