Het Financieele Dagblad, 14 mei 2012

Greenpeace stelt al jaren dat kernenergie niet nodig is om duurzaam in de energiebehoefte te voorzien. Maar de drastische manier waarop Japan dit in 2011 heeft bewezen, gaat elk voorstellingsvermogen te boven. Op 5 mei is de laatste van de 54 kernreactoren in Japan uitgeschakeld. In het jaar na de kernramp in Fukushima is het land verbazingwekkend soepel teruggegaan van ruim 30 procent elektriciteitsvoorziening uit kernenergie naar nul. Een beter bewijs dat kernenergie overbodig is, is niet te leveren.

Deze bijzondere ommezwaai is vooral te danken aan het Japanse volk. Een meerderheid van de  Japanners is sinds de kernramp van vorig jaar fel tegen kernenergie. Een nog veel groter deel gelooft geen sikkepit van de wanhopige bezwering van de industrie en de overheid dat de centrales veilig zijn. Zonder toestemming van de lokale bestuurders worden stilgelegde kerncentrales niet opgestart. En zonder steun van de bevolking komt die toestemming er niet. Met als gevolg dat alle kerncentrales voor onbepaalde tijd buiten bedrijf zijn.

Scheiden doet lijden, zelfs als het om kernenergie gaat. De vraag is alleen, hoeveel. De nucleaire lobby voorspelde meteen na de ramp een armageddon als kernenergie zou worden afgebouwd. Japan zou te maken krijgen met ernstige elektriciteitstekorten, economische malaise en niet te vergeten een gevaarlijke stijging van de CO2-uitstoot. Het grondstofarme Japan zou volledig afhankelijk worden van de import van vuile fossiele brandstoffen, met desastreuze gevolgen voor milieu en klimaat.

De werkelijkheid is een stuk zonniger. Van een structureel stroomtekort is nog steeds geen sprake en de waarschuwingen van nucleaire energiebedrijven gelooft bijna niemand meer. De economie blijkt ook zonder kerncentrales gewoon door te draaien, enkele maanden na de aardbeving en tsunami werd weer economische groei genoteerd. De kernenergiegerelateerde kosten die op de begroting van het land drukken, zijn vooral de miljarden aan schade vanwege de kernramp. Spannend was het wachten op de uitstootcijfers voor 2011. Want kan een natie wel afkicken van haar kernenergieverslaving zonder haar doelstellingen voor klimaatverandering uit het oog te verliezen?

Ja dus. De Kyoto-doelstelling van 6 procent minder uitstoot ten opzichte van 1990 wordt nog steeds gehaald. De CO2-uitstoot over 2011 is volgens verschillende analyses met maximaal twee procent gestegen. Dit staat op geen enkele manier in verhouding tot de monsterlijke hoeveelheid nucleair vermogen die is weggevallen. Het land toont zich in de nasleep van een drievoudige ramp uitermate vindingrijk. Japan heeft zich het afgelopen jaar ontpopt tot meester in de energiebesparing en efficiëntie. Dit heeft de effecten van de extra import van fossiele brandstoffen gecompenseerd en stroomstoringen voorkomen. Daarnaast is er een ongekende ondernemingslust ontstaan voor schone energiebronnen als zon, wind en geothermie. De eerste zonneparken verrijzen deze zomer al. Als Japan alle ingediende plannen uitvoert, komt er tegen 2014 tien gigawatt aan zonvermogen bij. Dat is 100 keer het totale zonvermogen in Nederland, in slechts twee jaar tijd! En zo zijn er meer inspirerende voorbeelden.

Een energierevolutie zoals die zich nu voltrekt in Japan is niet eenvoudig, zeker niet in korte tijd. De komende paar jaar zal het gat dat kernenergie achterlaat, deels worden opgevuld met fossiele brandstoffen. Maar met de voortvarendheid waarmee Japan aan de slag gaat met een schone energietoekomst, zijn de gevolgen hiervan beperkt. Als een land als Japan onder zulke moeilijke omstandigheden van koers kan veranderen, kan Europa het zeker. Het zou van realiteitszin getuigen als hier niet eerst een kernramp wordt afgewacht, maar meteen werk gemaakt wordt van een duurzame energievoorziening. Zo moeilijk is het kennelijk niet.

Jorien de Lege, campagneleider kernenergie Greenpeace