Amsterdam, Nederland — De Boomse kleilagen in de Belgische Kempen, vlakbij de Nederlandse grens, zijn ongeschikt voor de opslag van kernafval. Dat concludeert Greenpeace op basis van wetenschappelijk onderzoek. De klei voldoet niet aan de door Europa gestelde criteria. De vrees dat de opslag van kernafval een bedreiging vormt voor het Brabants drinkwater blijkt hiermee terecht. Greenpeace presenteert deze conclusie vandaag op informatiebijeenkomsten voor politici en verontruste bewoners in Turnhout en Tilburg.

NIRAS, de Belgische instelling voor radioactief afval, koos
eerder dit jaar in het ‘Ontwerp Afvalplan’ voor een definitieve
opslag van kernafval in klei. Hydrogeoloog Willy Weyns heeft in
opdracht van Greenpeace onderzocht of de aangewezen kleilaag
voldoet aan door Europa gestelde criteria. Op een aantal
belangrijke punten voldoet de kleilaag niet. Zo is de kleilaag niet
dik genoeg waardoor radioactief materiaal sneller in aangrenzende
bodemlagen terecht komt. Ook is de klei niet homogeen maar bestaat
uit afwisselde grondlagen met scheuren en breuken. Grondwater dat
in contact is geweest met het afval kan door breuken gemakkelijker
naar andere grondlagen migreren. De aangrenzende bodemlagen
bevatten grondwater dat gebruikt wordt als drinkwater in België en
Nederland.

Nu blijkt dat kleilagen in België niet geschikt zijn voor
definitieve opslag voor kernafval moet NIRAS haar plannen herzien.
Ook Nederland zal met het oog op een tweede kerncentrale de
discussie over het kernafval moeten hervatten. Binnenkort bespreekt
de Tweede Kamer een nieuwe Europese richtlijn die vereist dat
lidstaten een plan opstellen voor hun radioactief afval. Nederlands
kernafval wordt nu tijdelijk bovengronds opgeslagen. Op termijn wil
de overheid het ondergronds opslaan in kleilagen of zoutkoepels
maar onderzoek hiernaar is niet ver gevorderd. Het is niet
duidelijk of de Nederlandse kleilagen wel aan de Europese eisen
voldoen.

Ike Teuling, campagneleider kernenergie bij Greenpeace: “Nergens
ter wereld is een oplossing voor het kernafvalprobleem, ook in
Nederland niet. En toch blijven we doorgaan met het produceren van
dit levensgevaarlijke afval. Wat als we de oplossing nooit vinden?
Dan mogen de kleinkinderen van onze kleinkinderen voor altijd ons
afval bewaken. Het is de hoogste tijd dat we dit probleem bij de
bron aanpakken. We moeten kernenergie vaarwel zeggen en de overstap
naar duurzame, schone energie maken.”