Amsterdam, Nederland — Greenpeace verwerpt de studie van het Centraal Planbureau en ECN over windmolenparken in zee. Het CPB berekent dat offshore-windenergie pas in 2020 rendabel wordt. Het onderzoeksbureau gebruikt voor de studie veel te lage prijzen van emmissierechten en olie en de berekening pakt daarom voor windenergie nadelig uit. Greenpeace wil een echte berekening van kosten en baten van klimaatbeleid dat verdere opwarming van de aarde voorkomt. Dat minister Brinkhorst in een reactie op de studie kiest voor geleidelijkheid bij het investeren in windenergie, vindt Greenpeace teleurstellend.

Windmolenpark voor de Deense kust. Foto: Greenpeace/Sims

Greenpeace verwerpt de studie van het Centraal Planbureau en ECN
over windmolenparken in zee. Het CPB berekent dat
offshore-windenergie pas in 2020 rendabel wordt. Het
onderzoeksbureau gebruikt voor de studie veel te lage prijzen van
emmissierechten en olie en de berekening pakt daarom voor
windenergie nadelig uit. Greenpeace wil een echte berekening van
kosten en baten van klimaatbeleid dat verdere opwarming van de
aarde voorkomt. Dat minister Brinkhorst in een reactie op de studie
kiest voor geleidelijkheid bij het investeren in windenergie, vindt
Greenpeace teleurstellend.

In de CPB-analyse staat dat Nederland in de komende jaren
CO2-uitstootrechten in het buitenland blijft kopen, waarmee het
goedkoop voldoet aan de verplichting om die uitstoot te beperken.
Dit leidt niet tot lagere CO2-emissies in het buitenland en schaadt
daardoor het klimaat.

“Bij het bepalen van de prijs van CO2-uitstoot waar de studie
vanuit gaat, is geen rekening gehouden met schade door
klimaatverandering. We zien wat orkanen als Katrina, overstromingen
in Oost-Europa deze zomer en het ophogen van dijken in Nederland
kosten. Dat gaat om miljarden Euro’s. Als je daarmee geen rekening
houdt is een goede vergelijking van fossiele brandstoffen en
duurzame energiebronnen onmogelijk,” zegt Joris Thijssen van
Greenpeace.

Greenpeace heeft ook grote twijfels over de bij de studie
gehanteerde olieprijs. Het CPB rekent met een olieprijs van 25 tot
35 dollar per vat. De huidige prijs ligt boven de 60 dollar per
vat. Het CPB verantwoordt dit met de stelling dat de vraag naar
olie door de hoge prijs zal afnemen en dat oliebedrijven zullen
investeren in bronnen buiten het OPEC-gebied. Maar het is zeer
twijfelachtig of dat allemaal zal gebeuren. De prijs van olie zal
tegen het bereiken van het hoogtepunt van de productie juist
omhoogschieten, zegt Thijssen.

Als Nederland samen met andere Europese landen snel in
windenergie investeert kunnen de kosten daarvan gedeeld worden.
Maar Nederland moet niet afwachten. Minister Brinkhorst is veel te
voorzichtig, hij zou in Europa het voortouw moeten nemen om de
ontwikkeling te versnellen en de kans moeten grijpen om innovatie
te stimuleren. Nederland kan een beleid voeren waardoor zij minder
afhankelijk wordt van olie, zich een technologie van de toekomst
eigen maakt en gevaarlijke klimaatverandering voorkomt.