We staan voor de keuze: rommelen we in Nederland voort met een uitstervende fossiele industrie, of investeren we in echt duurzame doorbraken die tot welvaart en banen leiden? Een inkoppertje, zou je denken. Slimme en schone technieken horen bij de economie van de toekomst, waarmee we het klimaat en Nederland beschermen. De politiek en industrie moeten dan wel meedoen, en de maatregelen die ze kunnen nemen, inkoppen.

Binnenkort weten we hopelijk of er toch nog een goed en verstandig klimaatbeleid wordt gemaakt. Dan komt het kabinet namelijk met de aangepaste plannen voor het klimaatakkoord. En dat klimaatakkoord, daar is wat rond te doen geweest. Heel 2018 werkten we keihard aan de zogenoemde klimaattafels en daarbuiten voor een goed en ambitieus klimaatbeleid.

Ontwerp-klimaatakkoord: onvoldoende

In december moesten we concluderen we dat het niet goed genoeg was: het ontwerp-klimaatakkoord dat er toen lag zou het klimaat onvoldoende beschermen en niet aansporen tot de broodnodige omschakeling naar een duurzame energievoorziening . Het ontwerp-akkoord was veel te vrijblijvend, de industrie – die de grootste vervuiler van Nederland is – zou nauwelijks gaan meebetalen aan klimaatbescherming. Het ontwerp-akkoord hield de fossiele economie in stand en er werd geen prijskaartje gehangen aan het uitstoten van CO2. . Ambitieloos en vaalgroen noemden we het. Zo’n akkoord konden we niet steunen. Gedemotiveerd gingen we het jaar uit…

Klimaatmars

Maar we hebben weer hoop! Vorige maand, enkele dagen nadat we met 40.000 mensen de historische klimaatmars liepen en het draagvlak voor ambitieuze en eerlijke klimaatplannen lieten zien, concludeerden ook de planbureaus dat het ontwerp-klimaatakkoord beter moest. Hun conclusie was dat vooral de industrie veel meer moest gaan doen. En het kabinet bleek vervolgens vol verrassingen te zitten. Direct nadat het planbureau de conclusies had gepresenteerd kondigde het kabinet verschillende aanpassingen aan waarmee ze het klimaatakkoord wilden gaan redden. Daaronder zat de aankondiging van een CO2-heffing en een beperking op het onder de grond stoppen van CO2.

CO2-taks

Een koolstofheffing is de meest rechtvaardige en effectieve manier om de uitstoot van de industrie naar beneden te brengen. Wij presenteerden onlangs op Greenpeace schip Esperanza de voorstellen die de milieubeweging heeft voor zo’n CO2-. Kern van het plan is dat de heffing het bedrag oplevert dat nodig is om de verduurzaming van de industrie te financieren. Want nu draagt de industrie echt veel te weinig bij. Huishoudens en MKB mogen niet opdraaien voor de kosten van de industrie. De vervuiler moet betalen.
Bovenop de CO2-heffing moet een boete komen voor partijen die teveel CO2 blijven uitstoten. Zie hier het filmpje dat wij maakten van de dag.

Een CO2-heffing is een kans voor de industrie. De heffing moet wat ons betreft een zodanige hoogte hebben dat er geen negatieve effecten zijn op de concurrentiepositie van bedrijven. Sterker nog; de industrie kan juist voordelen voor zichzelf creëren. Met de opbrengst van de heffing mag de industrie namelijk de plannen die ze heeft voor haar eigen vergroening doorvoeren. Met zo’n subsidie kan onze industrie nu verduurzamen en in Nederland de technologieën van de toekomst creëren waarmee we internationaal internationaal koploper kunnen worden. Dat levert concurrentievoordeel en werkgelegenheid op. En een duurzame industrie, daar hebben we allemaal baat bij. Inkoppertje, toch?

Greenpeace liet samen met de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), Natuur & Milieu, Greenpeace, Natuur- en Milieufederaties, Milieudefensie, de Jonge Klimaatbeweging en MVO Nederland zes cartoons maken over de inkoppertjes op klimaatgebied. Vanaf vandaag te zien in Nederlandse kranten en via www.inkoppertjes.com