Samen bouwen aan een betere wereld. Met deze slogan presenteert de Rabobank zijn duurzame ambities. Maar de boeren die Greenpeace de afgelopen tijd sprak, kregen te maken met een heel andere bank: eentje die duurzame plannen naar de prullenbak verwijst. En aanstuurt op verdere intensivering van de vlees- en zuivelindustrie. Terwijl juist het grote aantal veefabrieken in ons land zo schadelijk is voor ons klimaat. Greenpeace is regelmatig met boeren in gesprek, zo kwamen er al een aantal meldingen van de rol van de Rabobank op het Boerenmeldpunt dat we onlangs lanceerden.

Het echte probleem

Veefabrieken zijn de nieuwe kolencentrales. Maar waar kolencentrales nu versneld de deuren sluiten om onze klimaatdoelstellingen te halen, blijft de landbouwsector achter. Het echte probleem – te veel dieren die schijten, scheten en boeren – los je namelijk niet op met technische snufjes als dure luchtwassers en mestvergisters. De Rabobank denkt daar helaas anders over.

En wat de bankier niet kent…

Maar liefst 80 procent van de Nederlandse boeren wil graag duurzamer produceren, maar de Rabobank werkt niet mee. Die rekent nog steeds met het bekende model van zoveel mogelijk produceren tegen een zo laag mogelijke kostprijs. Wil je het anders doen, dan is dat een ‘verhoogd risico’. Dat industriële veefabrieken juist risicovol zijn voor het klimaat en de natuur, en uiteindelijk óók voor de bank, telt blijkbaar nog niet mee in de rekenmodellen van de bank.

Boeren in de knel

Greenpeace sprak met diverse boeren over de financiering van hun duurzame plannen. Veel boeren durven zich niet uit te spreken, of uitsluitend anoniem. Zo ook deze varkensboer, die het roer wil omgooien met meer ruimte in zijn stal. Er was al een afnemer voor zijn kwaliteitsvlees. Maar de Rabobank wil alleen financieren als de boer 2 tot 4 keer méér varkens neemt. Want daar verdient de bank meer geld op. “Het is slikken, of stikken.”

Bijzonder beheer

Een andere boer kwam direct in het laatje ‘Bijzonder Beheer’ van de Rabobank terecht toen hij zijn groene plannen presenteerde. Dat ‘bijzondere’ betekent vooral: hogere rente betalen omdat je een risico vormt. Dat helpt je transitie naar een ecologische veehouderij natuurlijk niet. Gelukkig heeft hij het gered. “Mijn omslag is niet dankzij, maar ondanks de bank gemaakt”.

Laten we voorop blijven lopen

Onze grootste boerenbank moet stoppen met investeren in nóg grotere stallen met megadure technische maatregelen om ‘ook nog eens iets aan duurzaamheid’ te doen. Vat de koe bij de hoorns en begin met het stimuleren van innovatieve ecologische boerenbedrijven die gaan voor minder en beter. Ideeën genoeg, blijkt uit onze rondgang langs boeren. Dan werkt de Rabobank pas echt samen aan een duurzame wereld.