“Je kunt geen geweld gebruiken om mensen op andere gedachten te brengen.”

De een ziet alleen diepblauw water. De ander ziet alleen vis en de rijkdom onder het oppervlak. Maar er zijn ook veel mensen, zoals Greenpeace-kapitein Peter Willcox, die de zee zien voor wat zij werkelijk is: een levend, ademend en bloeiend ecosysteem dat behouden moet blijven – en die zich zelfs toewijden en hun eigen leven riskeren om haar te beschermen.

NB. Je leest een vertaling van een interview dat in juli 2018 werd gepubliceerd door Greenpeace Zuidoost-Azië. Willcox ging een jaar later met pensioen.

We gingen aan boord van het iconische schip Rainbow Warrior tijdens een tussenstop in Thailand om Peter te ontmoeten, die de langste afstand met Greenpeace heeft gevaren, en om te praten over de noodzaak van milieuactivisme in deze tijd.

Peter: ‘Ik kwam bij Greenpeace in 1981 nadat ik zeven jaar milieuwerk had gedaan, voornamelijk op het Clearwater-schip in New York. Ik werd actief voor Greenpeace omdat ik me erg aangetrokken voelde tot het gebruik van geweldloze directe actie om sociale verandering te bewerkstelligen. Ik heb wat ervaring in de Amerikaanse burgerrechtenbeweging en ik wist daardoor hoe belangrijk het is om dingen geweldloos te doen. Mensen pijn doen kan werken in een oorlog, maar wij voeren geen oorlog. We proberen mensen op andere gedachten te brengen en je kunt geen geweld gebruiken om mensen op andere gedachten te brengen. Dat werkt niet. Greenpeace heeft altijd een zeer sterk standpunt ingenomen tegen elke vorm van geweld. Het is belangrijk dat we dat nog steeds doen.’

Aan land en op zee wordt de praktijk van vreedzaam protest strikt nageleefd door Greenpeace-medewerkers en -vrijwilligers. Peter zegt trots te zijn dat geen enkele andere milieuorganisatie met een eigen vloot zo vreedzaam protesteert als Greenpeace.

Wrang genoeg was de Rainbow Warrior op 10 juli 1985 het doelwit van een gewelddadige aanval toen zij aangemeerd lag in Auckland, Nieuw-Zeeland. Peter herinnert zich die nacht nog goed. Tegen middernacht, toen de meeste bemanningsleden al sliepen, werd iedereen aan boord opgeschrikt door een oorverdovend geluid, gevolgd door nog een knal. In een oogwenk doofden de lichten en stroomde er water binnen dat Peter en de anderen dwong om uit het zinkende schip te springen.

Bemanningslid Fernando Pereira had minder geluk. De Portugese fotograaf was op slag dood. Fernando sloot zich aan bij de Greenpeace-missie om te protesteren tegen Franse kernproeven in de Stille Zuidzee.

Uiteindelijk kreeg de Franse regering de schuld van de aanval. Die leidde tot publieke verontwaardiging uit alle hoeken van de wereld, waardoor regeringen en bedrijven wisten dat ‘je een regenboog niet kunt laten zinken’.

De fatale aanslag op de Rainbow Warrior was een levensveranderende ervaring voor Peter, het maakte hem alleen maar vastberadener om doelgericht te zeilen en te vechten voor milieubescherming en sociale rechtvaardigheid.

‘De schepen brengen ons op plaatsen waar niemand anders kan komen. Of het nu Antarctica is of het midden van de oceaan. We hebben schepen nodig voor sommige campagnes waaraan we werken’, zegt Peter. Jaren na die tragische nacht in Auckland blijven schepen zoals de Rainbow Warrior een belangrijke rol spelen in het voorkomen van milieumisdaden en in het bewustmaken van verschillende problemen. Van het uitvoeren van onderzoek naar de effecten van klimaatverandering op de Noordpool tot het tegenhouden van scheepsladingen illegaal hout die het Amazonegebied verlaten en het geven van hulp en humanitaire hulp aan gemeenschappen die zijn verwoest door een supertyfoon op de Filippijnen, schepen van Greenpeace hebben aan de frontlinie gestaan, klaar om actie te ondernemen voor de planeet en al het leven.

Als de meest geoefende kapitein, met meer dan 35 jaar ervaring bij Greenpeace, heeft Peter veel veranderingen binnen de organisatie gezien.

Peter: ‘We zijn nu een grotere organisatie. Er waren ongeveer 200 mensen wereldwijd, nu zijn dat er meer dan 3000. We kunnen veel meer doen en een grotere impact creëren. Dat is voor mij de positieve verandering. Het zou leuk zijn om in een kleine organisatie te blijven waar je iedereen kent, maar dan zouden we niet zo effectief zijn als nu. En als je iets over de planeet wil zeggen, moet je een krachtige stem hebben. En met 3000 mensen in 55 landen hebben we een sterke stem.

De kapitein van Greenpeace ziet de manier waarop we energie produceren als een van de grootste bedreigingen voor onze wereld.

Peter: ‘We weten dat de verbranding van fossiele brandstoffen niet alleen de atmosfeer warmer maakt, maar ook de oceanen verzuurt. We kunnen niet op de huidige manier energie blijven opwekken en verwachten dat we onze oceanen kunnen behouden. Dat is absoluut cruciaal. We moeten onmiddellijk stoppen met het verbranden van fossiele brandstoffen. Wat mij enorm frustreert, is dat we van wetenschappers weten wat de effecten zijn van het verbranden van fossiele brandstoffen en dat we de technologie hebben om dat te veranderen. Maar we hebben niet de politieke wil. We hebben een paar rijke mannen die veel geld verdienen aan fossiele brandstoffen, maar zij verpatsen de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen. Ze zouden allemaal in de gevangenis moeten zitten. Zij zouden de prijs moeten betalen.

Peter heeft vooral nog een advies voor de mensheid. ‘We staan op het punt de oceanen om zeep te helpen. We staan op het punt om de atmosfeer zo te vervuilen dat zelfs als we geen druppel fossiele brandstof meer verbranden, we nog duizend jaar zeespiegelstijging tegemoet kunnen zien. Dat hebben we onszelf aangedaan. We moeten er alles aan doen om de schade voor de toekomst van onze kinderen te beperken. Ik geef om de toekomst van mijn kinderen. Ik zal me blijven inzetten voor de planeet. Ik ben niet perfect, maar ik probeer de verandering door te voeren die nodig is.’

Dit interview verscheen in juli 2018 bij Greenpeace Zuidoost-Azië. Willcox ging een jaar later met pensioen.