Een team van stralingsdeskundigen van Greenpeace is in Japan om metingen te verrichten in het gebied rond de kerncentrale van Fukushima. De Nederlander Jacob Namminga is ter plaatse en brengt verslag uit.

Het team sprak met vluchtelingen in een sporthal. Een vrouw die de informatie van de autoriteiten niet vertrouwt vroeg Jacob of hij meer kon vertellen over de risico’s. Jacob: ‘We hadden toen nog geen metingen verricht, dus ik kon haar geen informatie geven. Ze was ontzettend bang. Japanners worden niet snel boos, ze blijven kalm. Maar ze zijn bang, dat is duidelijk.’

Zaterdag wezen de geigertellers hoge waarden aan op tientallen kilometers buiten de geëvacueerde gebieden. In Itate, veertig kilometer ten noordwesten van de centrale, werd een waarde gemeten van 10 microsievert per uur. Jan van de Putte, Belgische stralingsdeskundige van Greenpeace met veel ervaring in onderzoek naar radioactieve vervulling in Rusland, Oekraïne, Spanje, België en Frankrijk, legt uit: ‘Dit betekent dat de inwoners binnen enkele dagen een dosis radioactieve straling opdoen, die hoger is dan het jaarlijkse maximum. De Japanse autoriteiten weten dit, maar doen veel te weinig om de bevolking goed te informeren en te beschermen. De evacuatiezone rond de kerncentrale van Fukushima moet worden uitgebreid.’

Ook Jacob heeft veel onderzoekservaring. Hij vertelt over de reis door het gebied: ‘Op een gegeven moment sloeg de wijzer van onze meetapparatuur zo ver uit, dat we snel zijn doorgereden. Uitstappen was te gevaarlijk: radioactieve deeltjes komen via wind en sneeuw op je schoenen en kleding en neem je zo mee in de auto. Dat risico konden we niet nemen.’

Radioactieve straling vormt een gevaar dat je niet met je ogen kunt waarnemen. De metingen van Greenpeace wijzen uit dat de straling gevaarlijk is in een veel groter gebied dan door de Japanse overheid wordt erkend. Greenpeace roept daarom op de evacuatiezone uit te breiden.