‘Neste Oil claimt duurzame biobrandstoffen te produceren.’ zegt Michiel van Geelen, campageleider bossen voor Greenpeace. ‘Maar biodiesel van palmolie is geen oplossing voor klimaatverandering. Integendeel, het verergert het probleem: regenwouden worden gekapt om plaats te maken voor palmolie voor auto’s. Greenpeace roept bedrijven op geen zaken te doen met Neste Oil.’
In mei opent Neste Oil een palmoliefabriek op de Rotterdamse Maasvlakte. Naast een identieke fabriek in Singapore, die afgelopen maand in gebruik werd genomen, is dit de grootste biodieselfabriek ter wereld. Beide fabrieken gaan zo’n 800.000 ton biodiesel produceren met palmolie als voornaamste grondstof. Neste Oil verwerkt dan zo’n 5 procent van de wereld palmolieproductie, en streeft hiermee Unilever (1,5 miljoen ton per jaar) voorbij als grootste palmolieverbruiker ter wereld.
De aanleg van palmolie plantages gaat ten koste van regenwouden en veengebieden, die extreem veel koolstof bevatten. De ontginning van die veengebieden veroorzaakt veel extra CO2-uitstoot. Door de boskap staat Indonesië derde op de wereldwijde lijst van broeikasgas uitstotende landen.
“Biodiesel van palmolie lijkt misschien groen, maar is het absoluut niet. Om klimaatwinst te boeken moeten bedrijven inzetten op echt schone opties, zoals elektrisch rijden en biobrandstoffen die worden gemaakt van organisch afval als biogas’, zegt van Geelen. ‘Rijden op palmolie uit regenwoud: dat is echt géén optie!’