Barbados staat bekend als zeer populaire vakantiebestemming, maar helaas ook als één van de meest  kwetsbare landen op aarde. Aanhoudende hitte, de zeespiegelstijging en hevige stormen vormen bedreigingen die het kleine eiland over enkele decennia al onbewoonbaar kunnen maken. Eén lichtpuntje: Barbados heeft Mia Amor Mottley.

Mia Amor Mottley bezoekt de gebieden op Barbados waar storm Elsa schade heeft aangebracht.
Mia Amor Mottley bezoekt de gebieden waar storm Elsa schade heeft aangebracht. © Barbados Government Information Service

Mottley, de eerste vrouwelijke president van Barbados, is er één die niet alleen de noodklok luidt over klimaatverandering, maar die ook met concrete oplossingen komt. Ze heeft een duidelijke missie: een nieuwe financiële regeling om klimaatverandering aan te pakken. In deze regeling ondersteunen rijke landen – die het allergrootste aandeel hebben in de klimaatcrisis – armere landen die juist aan de frontlinie staan van de gevolgen ervan. Deze missie wist ze succesvol over te brengen tijdens de klimaattop in Glasgow: haar ideeën haalden het slotakkoord.

“De wereld staat op een tweesprong; een moment dat niet minder belangrijk is dan toen in 1945 de Verenigde Naties werden opgericht. Toen bestonden de meeste landen die hier zijn niet. Het verschil is dat we over honderd jaar nog steeds willen bestaan”, zei Mia Amor Mottley op de klimaattop in Glasgow.

‘This is not science fiction – this is our reality.’ 

Haar speech op de klimaattop ging verder dan de gebruikelijke oproep voor hogere klimaatdoelen en draagvlak. Gewapend met concrete voorstellen tilde Mottley de discussie over het mondiale financiële systeem naar een hoger politieke niveau. Haar pleidooi voor meer hulp bij de klimaatcrisis overstijgt het eigen eiland; Mottley komt op voor het hele Caribische gebied en kleine eilandstaten over de hele wereld.

Het plan: 1 procent naar schadefonds

Mottley stelt voor dat 1 procent van de inkomsten uit de verkoop van fossiele brandstoffen in landen die het meest bijdragen aan klimaatverandering, naar een verlies- en schadefonds moet gaan. Dit zou jaarlijks meer dan 70 miljard dollar opleveren. De toegang tot zo’n fonds zou zijn voor landen die een klimaatramp hebben meegemaakt en verliezen hebben geleden van zeker 5 procent van hun economie. 

De noodzaak van financiële hulp

Financiële hulp is cruciaal voor landen die nú al kampen met grote problemen door de klimaatcrisis. VN secretaris-generaal António Guterres reisde af naar Barbados om de impact van klimaatverandering met zijn eigen ogen te zien, zoals de ‘muren’ van rotsblokken die langs de stranden zijn gebouwd om het water tegen te houden. Maar ook was het een bezoek van solidariteit. Guterres: ‘Deze solidariteit is volledig gerechtvaardigd. Omdat deze landen, Barbados in de eerste plaats, de grootste slachtoffers zijn van de ongelijkheid die speelt in de wereld.”

Beloftes zijn niet meer voldoende

De plannen van Mottley zijn goed en haalbaar. Maar belangrijker lijkt nu vooral dat er écht harde afspraken worden gemaakt. Oxfam Novib publiceerde vorig jaar een analyse waarin zij aantonen dat arme landen naar schatting 75 miljard dollar mislopen doordat rijke landen hun beloftes niet nakomen. Beloftes alleen zijn allang niet meer genoeg, blijkt maar weer.

Veel ontwikkelingslanden worden nu al gedwongen grote delen van hun overheidsfinanciën te besteden aan de bestrijding van klimaatverandering. Ook lopen ze onevenredige risico’s. Zo besteden arme gezinnen op het platteland van Bangladesh gezamenlijk ongeveer 1,5 miljard euro per jaar aan het voorkomen van klimaatgerelateerde rampen of het herstellen van schade veroorzaakt door klimaatverandering.

Mottley en haar team zien ook de voordelen voor rijke landen: “Eigenlijk zeggen we tegen hun bedrijven, hun investeerders en hun fondsmanagers: jullie wordt gevraagd om de wereld te redden tegen de laagste prijs mogelijk voor de rijke landen. Het lijkt mij een overtuigende economische én politieke zaak.”

https://www.youtube.com/watch?v=pxrVPEeJgNou0026feature=youtu.be