12 juli 2024 – Na een jarenlange juridische strijd viert de PFAS-coalitie de overwinning bij de Raad van State, met een historisch arrest over de onwettige aanpak van vervuilde gronden op de Oosterweelterreinen door het Vlaams overheidsbedrijf Lantis. De coalitie roept alle betrokkenen op om eindelijk verantwoordelijkheid te nemen in deze hoogst onfrisse affaire, te beginnen met een degelijke en wettige sanering van de sterk vervuilde bodem en het sterk vervuilde grondwater.

Bewonerscollectief Grondrecht, PFAS-klokkenluider Thomas Goorden en milieuorganisatie Greenpeace vormen sinds 2021 de PFAS-coalitie. (1) “Dit arrest is een verpletterende bevestiging dat Lantis op een hoogst onwettige manier is omgegaan met de zwaar vervuilde grond rond 3M”, stelt Thomas Goorden. “Hiervoor hebben we gewaarschuwd sinds het losbreken van de PFAS-affaire begin 2021. Nu is het tijd dat de overheid verantwoordelijkheid neemt, zich verontschuldigt en gemaakte fouten rechtzet.”

We zijn bijzonder tevreden met dit ‘Grondverzet-arrest’”, vult Joeri Thijs van Greenpeace aan. “Hiermee worden onze bedenkingen bij de aanpak van Lantis & co definitief bevestigd door de Raad van State. Dit is een gigantische mijlpaal voor een duurzame en toekomstgerichte bodembescherming en aanpak van vervuiling. Dit arrest geldt niet enkel in de omgeving van 3M, maar heeft ook een enorme precedentwaarde voor heel Vlaanderen en zelfs Europa! Als milieuorganisatie zijn we enorm trots dat we dit samen met bezorgde burgers hebben kunnen bereiken.”


Hopelijk trekt dit arrest de veilige bodemsanering in de omgeving eindelijk uit het slop”, zegt Toon Penen van Grondrecht vzw en inwoner van Zwijndrecht. “Dit arrest veegt een stapel desinformatie van tafel die de leden van het huidige Saneringsverbond al jaren halsstarrig proberen te verdedigen. Nu kan er eindelijk werk gemaakt worden van de broodnodige veilige en wettige sanering van ons leefmilieu, met échte transparantie voor de omwonenden en een participatieve manier van beslissen. Ondanks het ontbreken van enige vorm van steun van de gemeente Zwijndrecht of andere leden van het Saneringsverbond laten we vandaag zien dat het loont om als burger op te komen en te vechten voor je rechten.”

Het is de eerste keer dat de grondverzetregeling door de rechter wordt getoetst en meteen zijn er een aantal misvattingen in de interpretatie en toepassing rechtgezet. Bij uitgravingen van vervuilde grond zal verdere verspreiding van verontreiniging moeten worden voorkomen. 

“De grondverzetregeling is belangrijk in de bouwsector en het arrest zal implicaties hebben die verder reiken dan Oosterweel”, zegt Audrey Baeyens, de advocate van de PFAS-coalitie. “Tijdens het proces bleek dat bij de Oosterweelwerken praktijken gangbaar zijn die de bescherming van het milieu en van de volksgezondheid ondergeschikt maken aan de haalbaarheid en de timing van de werken. Hopelijk wordt hier nu paal en perk aan gesteld. Belangrijk hierbij is dat de kosten niet zomaar mogen worden afgewenteld op de burgers of de gemeenschap. Het principe is en moet zoveel mogelijk zijn dat de vervuiler betaalt.”

Het arrest werpt grote vragen op over hoe de Vlaamse overheid nu zal omgaan met de onwettig toegepaste vervuilde grond. Dit omvat in eerst instantie een enorme partij grond die verplaatst is met behulp van de aangevochten bodemcertificaten, maar die Lantis tot dusver heeft geweigerd op te ruimen. Maar ook de kluifrotonde in Zwijndrecht werd met vervuilde PFAS-grond aangelegd, op eenzelfde fundamenteel onwettige wijze.

“Het Grondverzet-arrest zal grote gevolgen hebben voor de werken van Lantis en andere grote grondwerken. De aanleg van feitelijke stortplaatsen als ‘bermen’ of andere toepassingen als ‘oplossing’ voor bodemvervuiling wordt in dit arrest heel helder als onwettig veroordeeld. Vlaanderen komt daarmee oog in oog te staan met haar industriële verleden, omdat het tijdperk waarin vervuiling letterlijk in de bermen kon worden geduwd nu definitief voorbij is”, besluit de PFAS-coalitie.

Tenslotte wijst de coalitie erop dat dit arrest van de Raad van State ook het lopende strafrechtelijke onderzoek naar het PFAS-schandaal nieuw leven zou kunnen inblazen. Omdat de manier van werken definitief onwettig verklaard is, volgt nu de vraag of er ook sprake is van strafrechtelijke ‘samenspanning der ambtenaren’. Tot dusver werd geen inzage geboden in het strafrechtelijk onderzoek door de onderzoeksrechter.

Kernpunten arrest:
In de kern van het debat zit een fundamenteel foutieve interpretatie van de term ‘stand-still principe’. In de interpretatie van Lantis en Grondbank vzw betekende stand-still immers hetzelfde als de vervuilde PFAS-gronden in dezelfde buurt houden: niets doen dus. Deze redenering wordt streng verworpen:
“10.14. De stelling van de vzw Grondbank dat het eigenlijk de tabel in de code van goede praktijk “Afbakenen van een kadastrale werkzone” is die bepaalt welke bodemmaterialen daar mogen worden gebruikt, en dat het volstaat dat na het uitvoeren van het geheel van de werken waarvan het gebruik van verontreinigde bodemmaterialen deel uitmaakt “de reeds bestaande bodemverontreiniging […] niet verergerd” is, miskent zowel het VLAREBO- besluit van 14 december 2007 als de code van goede praktijk.”

“10.25 […] De nv BAM laat de regelgeving, zowel wat het afbakenen van een kadastrale werkzone betreft als wat de concrete VLAREBO-bepalingen betreft, onbesproken en meent die te kunnen vervangen door een voor de gelegenheid zelf bedacht standstill-beginsel.
Om de illusie van ‘vervuiling ter plekke houden’ in stand te houden, wat dus op zich al fout was, werkte Lantis/RoTS met verschillende technieken. Eén daarvan was het moedwillig oprekken van zogenaamde kadastrale werkzones. Deze moeten, volgens de Vlaamse regelgeving, “soortgelijke kenmerken” hebben die een “betekenisvol effect op het milieu” hebben. Hierbij moet rekening worden gehouden met de verschillende bestemmingstypes, wat niet is gebeurd. In de praktijk maakte Lantis haar werkzones zo groot mogelijk, louter om vervuilde grond op papier “ter plekke” te kunnen houden. Hierdoor omvatte de werkzone van de Oosterweelwerken uiteindelijk zelfs de fabrieksterreinen van 3M, met de bedoeling om daar een stortplaats te bouwen met vervuilde PFAS-gronden, zonder daar ooit een stortplaatsvergunning voor te regelen. Het oordeel van de Raad:
“10.20 […] De “zoneringscriteria” van de technische verslagen zijn dus geen “vertaling” van de concentratievorken van de code van goede praktijk, maar zijn voor de gelegenheid bedacht.

Een andere techniek die Lantis/RoTS gebruikte om de vervuiling niet te hoeven aanpakken, was het (moedwillig) negeren van de meest recente toxicologische kennis over PFAS. Ook hierover luidt de PFAS-coalitie al van bij de start de alarmbel. En hoewel het vonnis primair gesteund is op de zeer problematische werkzones, geef ook de Raad van State hen hierin gelijk:

“10.26. Die kritiek op de wetenschappelijke onderbouwing is overigens terecht gebleken. De VITO heeft op 5 oktober 2022, zes maanden na de bestreden conformverklaringen, een nieuw voorstel van normenkader bekendgemaakt (“Bindend normenkader voor PFOS en PFOA”), naar aanleiding van een vraag “om het normenkader te evalueren en te actualiseren o.b.v. de nieuwe gezondheidskundige grenswaarde (GGW) van EFSA 2020” en derhalve om niet langer de, ook door de verzoekende partijen achterhaald genoemde, gezondheidsgrenswaarde EPA 2016 te gebruiken, maar wel de recentere en bekende, ook door de verzoekende partijen bepleite, gezondheidsgrenswaarde EFSA 2020. […] Een dergelijke verstrenging van de normen lag reeds sinds de publicatie in september 2021 van de “Eerste tussentijdse rapportering door de opdrachthouder aangesteld door de Vlaamse Regering” over de “aanpak PFAS-problematiek”, en derhalve op het ogenblik van de bestreden conformverklaringen, in het verschiet.

Noot

(1) Zie hieronder de voorgeschiedenis van dit dossier. 

Voorgeschiedenis PFAS-dossier
De zaak begon met een procedure bij “uiterst dringende noodzaak” (UDN) in december 2021. Hoewel het PFAS-schandaal op dat moment al helemaal losgebarsten was, inclusief een lopende parlementaire onderzoekscommissie, was er geen enkel noemenswaardig effect op de werkwijze van Lantis. Zo werd onder andere gestart aan de bouw van een onvergunde stortplaats voor PFAS-vervuilde grond op de terreinen van 3M, onder het voorwendsel van “veiligheidsberm”. De kern van de procedure draaide rond zogenaamde “grondverzettoelatingen”. Dit zijn documenten die in het kader van deze werken wettelijk verplicht waren voor de aannemers, verenigd in het Rinkoniên consortium, om aan grondverzet te doen. De grondverzettoelatingen werden afgeleverd en conformverklaard door Grondbank vzw op basis van de zogenaamde “Technische Verslagen” van de tijdelijke handelsvenootschap RoTS.

Met een winst vlak voor het jaareinde in de UDN-procedure werden deze grondverzettoelatingen geschorst en daarmee ook een halt toegeroepen aan de uiterst roekeloze manier waarop Lantis zich trachtte te ontdoen van de zwaar met PFAS vervuilde grond rond hun Oosterweelproject. De grond van de zaak werd ondertussen doorlopend doorkruist met verslagen van de “expertencommissie” o.l.v. Karl Vrancken, waarin telkens nieuwe manieren werden gezocht om toch op de gekozen manier – zonder bodemsanering – door te kunnen werken. Dit resulteerde in nieuwe grondverzettoelatingen die in het voorjaar van 2022 opnieuw in kortgeding voor de Raad van State werden gebracht door de PFAS-coalitie. Opnieuw werd de manier van werken bestraft met een tussentijdse schorsing van de grondverzettoelatingen.
Merkwaardig genoeg heeft Lantis sindsdien – voor zover bekend bij de PFAS-coalitie – geen enkele grondverzettoelating meer aangevraagd voor deze werken. Het vermoeden bestaat dat ze zich uitgebreid hebben bediend van achterpoortjes zoals “grondkeuringen” om zich alsnog te ontdoen van PFAS gronden, zonder ooit een daadwerkelijk bodemsaneringsproject op te starten. Ook lijkt Lantis bewust en volop gebruik te hebben gemaakt van de zeer korte periodes tussen de grondverzettoelatingen en de vernietiging ervan bij de Raad van State, om vervuilde gronden snel te verplaatsen.
In de zomer van 2022 werd een vruchteloze poging ondernomen om via een onderhandeling tot een vergelijk te komen met de PFAS-coalitie. De belangrijkste eisen van de coalitie bleken echter onbespreekbaar: een bodemsanering volgens de (wettige) regels van de kunst, geen (onvergunde) stortplaatsen en toepassing van bodemsaneringsnormen en grondwaternormen gebaseerd op de meest recente toxicologische kennis van EFSA.

In april 2023 kwam een auditoraatsverslag ten gronde voort uit de zaak, die de PFAS-coalitie overschot van gelijk gaf op verschillende cruciale punten. Anticiperend op een negatief arrest dat daar mogelijk zou uit voortvloeien, probeerden Lantis, Grondbank en RINK eind 2023 om de procedure op de valreep onderuit te halen door alle conformverklaringen en grondverzettoelatingen in te trekken. De Raad van State verwierp deze werkwijze in een versnelde procedure, na een bijzonder kritisch auditoraatsverslag, onder meer omdat er wel degelijk handelingen zijn uitgevoerd op basis van deze toelatingen, inclusief vervuilde gronden die sindsdien met asfalt zijn bedekt.