Een nieuw Greenpeace-rapport toont aan hoe twintig grote agro-ondernemingen wereldwijd zich voor miljarden dollars konden verrijken dankzij Covid-19 en de oorlog in Oekraïne. Dit terwijl miljoenen mensen honger lijden. We moeten af van monopolies en de grip die deze bedrijven hebben op ons voedselsysteem.

Met het oog op miljardenwinsten bedienden enkele zwaargewichten uit de agro-industrie zich van de twee grootste mondiale schokken sinds 2020: de pandemie en de Russische invasie in Oekraïne. Onder hen bevinden zich illustere namen als Cargill, Danone en Nestlé. Deze bedrijven, marktleiders in kunstmest en graan-, vlees- en zuivelproducten, konden hun aandeelhouders in de loop van 2020 en 2021 maar liefst 53,5 miljard dollar uitkeren. Dit zou ruim voldoende zijn om de 230 miljoen meest kwetsbare mensen ter wereld van voedsel, onderdak en basisvoorzieningen te voorzien, wat volgens de Verenigde Naties 51,5 miljard dollar zou kosten. Het contrast is frappant, of durven we spreken van immoreel?

Wie profiteert er van honger?

Granen
Archer-Daniels Midland
Bunge Ltd
Cargill Inc.
Louis Dreyfus Company
COFCO Group

Kunstmest
Nutrien Ltd
Yara International ASA
CF Industries Holdings Inc
The Mosaic Company

Vleesproducten
JBS S.A.
Tyson Foods
WH Group/Smithfield Foods
Marfrig Global Foods
BRF S.A.
NH Foods Ltd

Zuivelproducten
Lactalis
Nestlé
Danone
Dairy Farmers of America
Yili Industrial Group 

Grip op het voedselsysteem

Hoe konden deze agroreuzen zoveel geld verdienen tijdens twee wereldcrises? Ze bezitten, eenvoudig, zo goed als de volledige markt. De voedselsector is in handen van een kleine groep bedrijven met buitenproportionele macht over de aanvoerlijnen en de data erachter. Laat ons een blik werpen op de graanindustrie. Volgens het International Panel of Experts on Sustainable Food Systems (IPES-Food), dat werkt vanuit België, controleren de vier grootste ondernemingen – Archer-Daniels Midland, Bunge, Cargill en Dreyfus, gekend onder het acroniem ‘ABCD’ – samen 70% tot 90% van de wereldmarkt. Deze bedrijven hoeven echter geen open kaart te spelen over hun eigen graanvoorraden. Lees: ze schermen informatie af waarmee ze de prijzen kunstmatig hoog kunnen houden. Greenpeace ontdekte dat dit gebrek aan transparantie over de graanvoorraden sinds de Russische inval in Oekraïne heeft geleid tot speculatie op de voedselmarkten en stijgende voedselprijzen.

De honger in de wereld neemt toe

Hoezeer we dit voelen, wordt zoals steeds bepaald door waar we leven. Talloze landen in het globale Zuiden, die al kampen met voedselschaarste, hangen om hun bevolking te voeden af van geïmporteerde basismiddelen. Deze landen betalen dan ook als eerste de prijs voor deze crises. Landen met lage inkomens moeten bovendien afrekenen met veel grotere prijsschommelingen dan Europa of de Verenigde Staten.

Terwijl enkele fortuinlijke families tijdens twee grote crises recordwinsten noteren en hun aandeelhouders enorme sommen uitkeren, heeft het grootste deel van de wereldbevolking moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Momenteel lijden 765 miljoen mensen honger (zie onderstaande afbeelding).

En in België?

Naar aanleiding van het internationale rapport onderzocht Greenpeace België enkele andere spelers die actief zijn in ons land en aanleunen bij de voedselindustrie. Er zijn sleutelrollen voor grote distributieketens en cateringbedrijven die zich richten op scholen, crèches, rusthuizen, ziekenhuizen, … Zij slaan primaire ingrediënten en bewerkte maaltijden in om deze vervolgens aan ons, de consumenten, te verkopen.

Sinds 2020 keerden vier cateringbedrijven – Sodexo, Compass, Aramark, ISS – en drie warenhuisketens – Carrefour, Delhaize, Colruyt -, allemaal spelers op de Belgische markt,  twaalf miljard euro winsten uit aan hun aandeelhouders [1]. Met uitzondering van Colruyt zagen deze bedrijven hun beurswaarde significant stijgen: hun gezamenlijke waarde groeide, sinds het begin van de oorlog in Oekraïne, met bijna 12% [2].

Ze boeken woekerwinsten terwijl de wereldeconomie omgaat met extreme schokken als inflatie en de energiecrisis, en terwijl de index van beurzen als Nasdaq en Euronext instort [3]. Intussen dragen de consumenten en de boeren de directe, dagelijkse gevolgen van de crisis.

Tegen die internationale achtergrond van stijgende voedselprijzen krijgen in België steeds meer mensen te maken met voedselonzekerheid. De Belgische Federatie van Voedselbanken (BFVB) luidt de alarmbel en wijst erop dat het aantal personen die beroep doen op voedselhulp gestaag stijgt. De bio- en bulksector en de korte keteneconomie worden op hun beurt zwaar geraakt door de dalende koopkracht en de stijgende energieprijzen. Deze economische en agriculturele modellen dreigen in te klappen. Ons voedselsysteem zal hen nochtans nodig hebben.

De omslag maken naar voedselsoevereiniteit

In tegenstelling tot wat de agrovoedingslobby ons wil doen geloven, ligt de oplossing er niet in om koste wat het kost de productie op te drijven en onze klimaatdoelen overboord te gooien. Op weg naar een wereld zonder honger of junkfood, moeten we de omslag maken naar voedselsoevereiniteit.

Voedselsoevereiniteit?

Het doel van voedselsoevereiniteit is om voedselproducenten opnieuw autonoom te maken door voor kortere en sterkere aanvoerlijnen te zorgen. Zo kunnen we de schade herstellen die gemeenschappen, boeren, dieren, de natuur en onze gezondheid ondervinden van de agro-industrie. Dit is geen wishful thinking: van Papoea-Nieuw-Guinea en Brazilië over Mexico tot België zijn er georganiseerde bewegingen die al jaren strijden voor meer democratische toegang tot gezond voedsel. Zij ondersteunen boeren die duurzame productiemethodes hanteren.

Dit model is gebaseerd op samenwerking en sociale rechtvaardigheid. Lokale gemeenschappen en boeren besluiten over de implementatie ervan. Overheden op alle niveaus, (inter)nationaal en lokaal, hebben een cruciale rol te vervullen bij het inperken van de monopolies en de macht van bedrijven over ons voedselsysteem. Tegelijkertijd is het nodig om de bio- en bulksectoren en de korte keteneconomie te ondersteunen, net als de boeren die erin investeren. Het is aan de overheden en politieke vertegenwoordigers om de nodige maatregelen te nemen, een transparant beleid te voeren en de agro-industrie strenger te reglementeren. Het wordt tijd om voedsel te zien voor wat het is: een elementaire behoefte waartoe iedereen toegang moet hebben, veeleer dan een gecommercialiseerde handel op de leest van een elite.


[1] Deze berekeningen gebeurden op basis van verstrekte dividenden voor aandeelhouders en aflossingen op aandelen in de periode van 2020 – 2022. Alle data komen uit de relevante jaarrapporten van de bedrijven in kwestie.

[2] Deze berekeningen gebeurden op basis van de waardestijging van de aandelen van deze bedrijven tussen 24/02/22 en 23/02/23. De gezamenlijke beurswaarde, ofwel de waarde van alle aandelen in deze bedrijven, steeg in een jaar tijd met 12%, ofwel bijna 12 miljard euro. Alle gegevens werden afgeleid uit publiek toegankelijke datasets in Google Finance. 

[3] Tussen 24/02/22 en 23/02/23 kromp de Nasdaq-beurs met -13,98% en de Euronext-beurs met -14,07%. Dit terwijl de waarde van de aandelen van de genoemde bedrijven steeg met +12%.

Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp