Deze week (7 december) komen in het Canadese Montreal alle landen samen die het biodiversiteitsverdrag hebben ondertekend. Net als de klimaattop gaat dit over niets minder dan het overleven van alle leven op onze planeet. Greenpeace formuleert 3 voorwaarden om van deze conferentie een succes te maken. 

Geen idee waar dit over gaat? Met ons vorig bericht ben je weer helemaal mee.

De regeringen zullen er – met heel wat vertraging – onderhandelen over een globaal kader om (in de periode na 2020) de biodiversiteit wereldwijd beter te beschermen. De inzet is hoog. De bescherming van de natuur is cruciaal voor onze welvaart, onze gezondheid en ons welzijn – en ook heel hard nodig om het risico op klimaatrampen te beperken en ons beter te wapenen tegen de gevolgen van de klimaatopwarming.

Dit is nodig om de biodiversiteit wereldwijd te beschermen:

1 – Garanties om de rechten van inheemse volkeren te respecteren en lokale gemeenschappen te ondersteunen

Inheemse volkeren spelen een voortrekkersrol bij natuurbehoud en tonen de weg naar een duurzame toekomst. Op alle continenten blijkt steeds dat inheemse volkeren de beste beheerders van de biodiversiteit zijn. Weinig verrassend bevindt 80% van wat ons nog rest aan biodiversiteit in de wereld zich in inheemse gebieden, die een vijfde van het land en de kustgebieden op aarde omvatten.

Maar in veel delen van de wereld staat natuurbescherming nog steeds synoniem met inheemse volkeren onteigenen, de traditionele hoeders van het land verdrijven en traditionele oogsten verbieden. Deze gewelddadige koloniale benadering van natuurbehoud draagt weinig bij tot de bescherming van het milieu en brengt directe schade toe aan mensen.

De uitkomst op de biodiversiteitstop in Montreal moet de rechten en de rol van inheemse volkeren erkennen en daar financiële ondersteuning tegenover plaatsen. Dat is alleen mogelijk als de regeringen voor een coöperatieve aanpak kiezen en afstappen van een model dat mensen volledig bant uit natuurreservaten (zogenaamde fortress conservation).  

2 – Wettelijk kader om minstens 30% van het aardoppervlak te beschermen tegen 2030

Om verdere achteruitgang van de ecosystemen te voorkomen, hebben we een wereldwijd ‘vangnet’ nodig. Voorlopig hebben al meer dan 100 landen zich aangesloten bij de 30×30-doelstelling om tegen 2030 ten minste 30% van het land en het water in de wereld in stand te houden. Dit is het absolute minimum: een IPCC-rapport stelt namelijk dat tot 50% van het land, het zoet water en de oceanen in de wereld in stand moet worden gehouden om de globale biodiversiteit en de ecosysteemdiensten te stutten.

Deze doelstelling kan dienen als hefboom om de natuur buiten de inheemse gebieden veilig te stellen in landen die niet voldoende beschermde gebieden hebben, of waar de beschermde gebieden wel bestaan maar niet in goede staat verkeren of alleen op papier beschermd zijn (bijvoorbeeld in delen van Europa).

In België is minder dan 15% van het land beschermd. We horen bij de slechtste leerlingen van de Europese klas voor het instandhouden van soorten en habitats. 36% van de Belgische Noordzee zijn beschermde gebieden, maar alle activiteiten zijn er toegestaan en geen enkel gebied is strikt beschermd.

Ook hier moet de 30×30-doelstelling de rechten van lokale gemeenschappen vooropstellen. 

3 – Voldoende middelen vrijmaken en voorzien in een eerlijke financiering

Decennialang zijn de landen die het biodiversiteitsverdrag getekend hebben, goed geweest in het uitspreken van ambities. Maar de uitvoering was heel wat minder. Wij hebben duidelijke mechanismen nodig om de bescherming van de biodiversiteit te realiseren en te meten.

Alle partijen op deze biodiversiteitstop ─ maar toch vooral de rijke landen uit het Noorden die het meest hebben geprofiteerd van de exploitatie van onze natuur ─ moeten met middelen over de brug komen om de biodiversiteit echt te beschermen. Daarbij moeten landen in het Zuiden steun krijgen voor de bescherming en het herstel van ecosystemen die zijn vernietigd voor het profijt van bedrijven en enkele rijken in het Noorden. Zij moeten ook de financiële stromen aanpakken die de vernietiging van de natuur financieren en stimuleren. Onze natuurlijke wereld stort in en momenteel geeft de wereld meer uit om haar te vernietigen dan om haar te redden. Er gaapt een grote financieringskloof op het vlak van biodiversiteit – door onderzoekers geschat op ongeveer 664 miljard euro. De ontwerptekst van het kaderakkoord om de biodiversiteit na 2020 te beschermen, noemt het ombuigen van schadelijke subsidies de sleutel voor onze toekomst. Het financieringstekort voor biodiversiteit zou met minstens 500 miljard dollar gedicht kunnen worden alleen al door schadelijke subsidies te verminderen.

Nu is het aan ons!

Ons land moet zijn hoge ambities omzetten in daden. Twee milieuministers – Zakia Khattabi (federaal) en Celine Tellier (Wallonië) – reizen af naar Montreal voor de top. Maar het echte werk begint na de conferentie, met het uitstippelen van nationale en regionale biodiversiteitsstrategieën, én het opstellen van plannen om die uit te voeren. In een klein, dichtbevolkt land als België belooft het een moeilijke zoektocht te worden om 30% van het land te beschermen en 10% strikt te beschermen – zoals de Biodiversiteitscoalitie (waar Greenpeace maar ook bijvoorbeeld WWF en Natuurpunt deel van uitmaken) vraagt. In deze uitdaging liggen kansen om een nieuwe relatie met onze natuur aan te gaan.  

Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp