Van 6 tot 18 november wordt de 27e COP – of “United Nations Conference on Climate Change” – gehouden in Sharm-El-Sheikh in Egypte. Een delegatie van Greenpeace zal aanwezig zijn met drie fundamentele eisen.

© Basilio H. Sepe / Greenpeace

Exit fossiele brandstoffen

In de akkoorden van Parijs en de eindversie van de COP26 verbinden de partijen zich om de opwarming van de aarde onder de 1,5° te houden. Om dit te bereiken moet de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 gehalveerd worden. In 2050 moet de netto-uitstoot van CO2 tot nul zijn gebracht.

Dit betekent: exit fossiele brandstoffen. Zij zijn immers de belangrijkste oorzaak van onze broeikasgasuitstoot. Ieder land moet een specifiek traject volgen om de afhankelijkheid van gas, olie en steenkool geleidelijk af te bouwen.

Rijke landen hebben een historische verantwoordelijkheid voor de uitstoot van broeikasgassen. Bovendien ligt het verbruik van fossiele brandstoffen per hoofd van de bevolking er hoger. Ze hebben ook de financiële draagkracht om hun uitstoot te verminderen. Ze moeten uiterlijk tegen 2030 volledig afstappen van steenkool, uiterlijk tegen 2035 van gas en uiterlijk tegen 2040 van olie. Armere landen moeten hiervoor meer tijd krijgen. Daarnaast moeten ze financiële steun krijgen van de rijkere landen.

Cruciaal aandachtspunt: het einde van de fossiele industrie moet worden gekoppeld aan een rechtvaardige transitie voor alle werknemers in de sector.

Betrouwbare klimaatfinanciering

Landen die het minst hebben bijgedragen aan de klimaatcrisis, ondervinden er wel de zwaarste impact van. Deze ongelijkheid zal alleen maar verder toenemen. Volgens het laatste rapport van het VN klimaatpanel IPCC, zullen ongeveer 3,3 tot 3,6 miljard mensen in kwetsbare gebieden leven.

De landen in het Globale Zuiden, de eerste slachtoffers van de klimaatcrisis, zullen tijdens COP27 aandringen om klimaatrechtvaardigheid eindelijk direct en concreet aan te pakken. Ze nemen niet langer genoegen met loze beloften, zoals al te vaak gebeurd is. 

Één van de centrale elementen van de akkoorden van Parijs uit 2015 is de jaarlijkse betaling van 100 miljard dollar aan de armste landen door de rijkere landen, die immers de grootste uitstoters van broeikasgassen zijn. Zeven jaar later is deze doelstelling nog lang niet bereikt. 

België draagt als historische vervuiler een grote verantwoordelijkheid en zou jaarlijks eigenlijk 500 miljoen euro moeten uittrekken voor klimaatfinanciering. Daar zijn we nog heel ver vanaf! 

Financiële steun voor verlies en schade

De klimaatcrisis veroorzaakt nu al enorme verliezen en schade aan de natuur en mensen. Overstromingen, droogtes, bosbranden, en de vele andere gevolgen van de klimaatcrisis hebben verwoestende effecten wereldwijd.

De compensatie voor verlies en schade is een cruciale uitdaging voor COP27. Hoewel er tijdens COP26 in Glasgow enkele stappen zijn gezet, is er op dit moment geen grondig mechanisme voor de compensatie van verlies en schade. 

Er bestaat onenigheid over deze kwestie: moeten de bestaande financieringsmechanismen gebruikt worden om het probleem op te lossen, of moet een nieuw mechanisme gecreëerd worden voor de financiering van verlies en schade?

Veel ontwikkelingslanden en ngo’s geven de voorkeur aan de tweede optie. 

De eis van Greenpeace is duidelijk: er moet een aanvullend financieel mechanisme voor verlies en schade komen, dat gebaseerd is op twee principes. Enerzijds moeten de landen met de grootste historische vervuiling ook de grootste verantwoordelijkheid dragen. Anderzijds moet de vervuiler betalen, vooral in de context van de enorme winsten die de fossiele industrie tijdens de huidige crisis maakt.

Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp