De discussies rond het nieuwe stikstofakkoord dat de Vlaamse regering voorstelt, zijn al enkele weken volop aan de gang. Het is niet verwonderlijk dat de landbouwers ontevreden zijn: zij zijn de eerste slachtoffers van de uitwassen en onrechtvaardigheid van het bestaande landbouwmodel, en gedoemd te verdwijnen. De oorzaak van de stikstofproblematiek ligt bij de industriële veeteelt en de vele megastallen die Vlaanderen overspoelen met stikstof, een probleem dat niet stopt aan de gewestgrenzen. Gezien de impact op de natuur en onze eigen gezondheid is er maar één oplossing: het probleem bij de wortel aanpakken en ons landbouwsysteem drastisch hervormen. Alleen zo kunnen we onze landbouw een fatsoenlijke toekomst geven.

Waar komt stikstof (N) vandaan?

De voornaamste bron van de stikstofuitstoot is de landbouwsector via de emissies van ammoniak (NH3), vooral als gevolg van de bijzonder hoge concentratie aan industriële veeteelt in Vlaanderen. Die emissies zijn afkomstig van mest, en vooral van de opslag, het uitstrooien en de verwerking van de mest die geproduceerd wordt door het buitensporig hoge aantal dieren dat opeengepakt zit in megastallen. Bovendien leidt die overproductie aan mest tot hoge verwerkingskosten die de boeren niet altijd in staat zijn te financieren. Door die hoge kosten raken ze verstrikt in een groeimodel waardoor ze zich steeds meer in de schulden moeten steken. 

De uitstoot van ammoniak door de landbouwsector is sinds 2008 amper gedaald en is tussen 2019 en 2020 zelfs licht toegenomen. Hetzelfde fenomeen zien we bij de uitstoot van broeikasgassen die afkomstig zijn van de landbouw en die sinds 2005 niet gedaald zijn. Dat is niet verwonderlijk want de pluimveestapel is in Vlaanderen tussen 2008 en 2020 gestegen van 27 naar 45 miljoen stuks, terwijl het aantal varkens en runderen praktisch niet is afgenomen. En hoewel het aantal kleine en middelgrote landbouwbedrijven sterk gedaald is, is de gemiddelde oppervlakte aan cultuurgrond per bedrijf de voorbije 15 jaar met de helft is gestegen, wat betekent dat het gemiddeld aantal dieren per bedrijf is blijven stijgen.

Waarom veroorzaakt een eenvoudige atoom als stikstof problemen?

Het probleem is dat deze stikstofhoeveelheden de voor de natuur aanvaardbare drempels overschrijden en dat ze via verschillende processen de kwaliteit van het water, de lucht, de natuur en onze biodiversiteit aantasten, stuk voor stuk elementen die onmisbaar zijn voor onze gezondheid en weerstandsvermogen. Bovendien kan de ammoniak (die stikstof bevat) afkomstig van de landbouw tot het ontstaan van fijnstofdeeltjes leiden, die schadelijk zijn voor ons ademhalingssysteem.

De problematiek beperkt zich niet tot Vlaanderen, want een aanzienlijk deel van de stikstofuitstoot in Vlaanderen is afkomstig uit het buitenland, en vice versa: de Vlaamse stikstofuitstoot stopt niet aan de nationale of aan de taalgrenzen en heeft een impact op habitats in Wallonië en de buurlanden, waaronder Nederland, dat ook volop in een stikstofcrisis verkeert.

Wat houdt het stikstofakkoord in?

In het kader van de Europese habitatrichtlijn heeft de Vlaamse regering een akkoord uitgewerkt met als doel natuurzones te beschermen tegen de afzet van stikstof, vooral de habitats die deel uitmaken van het Europees Natura 2000-netwerk. Ondanks een aantal goede maatregelen, zoals de vermindering van de varkensstapel met 30% tegen 2030, ontbreekt het het akkoord aan een systemische en structurele visie. Daardoor lopen we de kans mis om ons landbouwsysteem in de richting van duurzame praktijken te sturen. 

In antwoord op het openbaar onderzoek rond het stikstofakkoord heeft Greenpeace een bezwaar ingediend.

De voorgestelde maatregelen gaan immers lang niet ver genoeg en zijn onvoldoende afgestemd op ander milieubeleid, zoals de kaderrichtlijn water, de nitratenrichtlijn, de natuurherstelwet, de methaanverbintenis en het klimaatakkoord. Er wordt in hoge mate ingezet op technologische oplossingen waarvan het effect overschat wordt en die in de praktijk duur, onzeker en hoogst ontoereikend zijn. Daarnaast zetten ze op een andere manier druk op het milieu, meer bepaald op de watervoorraden. Bovendien zetten de hoge kosten van de in het akkoord voorgestelde technologieën kleine bedrijven ertoe aan naar schaalvergroting te streven in plaats van agro-ecologische maatregelen te nemen die alle uitwassen van de industriële landbouw aanpakken.

Wat is de oplossing?

We moeten het probleem grondig aanpakken. Dat wil zeggen onze landbouw minder intensief maken en dus het aantal megastallen verminderen ten voordele van een meer ecologische landbouw, met financiële steun voor de landbouwers die te maken krijgen met deze transitie. Daarnaast is het heel belangrijk dat de massale invoer van stikstof via mest en veevoeder beperkt wordt – zoals van soja, dat ook een grote rol speelt in de ontbossingsproblematiek in Latijns-Amerika – door subsidies aan de intensieve niet-grondgebonden veeteelt stop te zetten.

Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp