Selectieve houtkap zou er in Afrika voor moeten zorgen dat intacte bosgebieden onaangeroerd blijven. Maar in de praktijk wordt er duchtig gekapt, voornamelijk in het Congobekken. In dertien jaar tijd ging 77% van dat intacte bosgebied voor de bijl, ondanks de zogenaamd ‘selectieve’ houtkap. Dat blijkt uit een onderzoek geleid door de Universiteit van Maryland (USA), gepubliceerd in het wetenschappelijk vakblad Science Advances,.

Razendsnel verlies van intact bosgebied

In de periode 2000-2013 verloor Afrika zo’n 101.000 km², ongeveer 10% van de hele Afrikaanse oppervlakte aan intacte bosgebieden. Dat is een gebied groter dan Portugal. Meer dan 90% van dat verlies speelde zich af in het Congobekken. De studie waarschuwt dat aan dit tempo alle landen van het Congobekken, op de Democratische Republiek Congo na, àl hun intacte bosgebieden kunnen verliezen in de komende 60 jaar.

Belangrijk bosgebied, zowel lokaal als globaal

De gevolgen zijn zowel lokaal al globaal voelbaar. In deze intacte bosgebieden leven miljoenen mensen die van deze bossen afhankelijk zijn voor werk en huisvesting. Die jungle delen ze met grote aantallen planten- en diersoorten die nergens anders ter wereld voorkomen. Deze wouden beschermen is ook van groot belang in de strijd tegen klimaatverandering. Want zo’n enorme oppervlakte bos kun je ook zien als één groot koolstofreservoir. Kap je de bomen, dan wordt al die koolstof vrijgelaten in de atmosfeer — slecht nieuws voor de opwarming van de aarde dus.

Het woud is als bosecosystemen tenslotte beter beschermd tegen tegen natuurlijke verstoringen en de effecten van klimaatverandering dan pakweg stedelijk gebied. Reden temeer om het met respect en kennis van zaken te behandelen.

Certificering kon verlies intacte bosgebieden niet voorkomen

Maar zijn die bossen dan niet gecertificeerd? Toch wel. Helaas moeten de onderzoekers vaststellen dat FSC-certificering van zogenaamd verantwoord beheerde houtkap-concessies in het Congobekken een verwaarloosbare impact had. De bedoeling was om te voorkomen dat intact bosgebied gefragmenteerd werd. Daar is duidelijk nog werk aan de winkel.

Meer nog: de onderzoekers vonden dat de snelheid van de fragmentering in het Congo-bekken gelijk en soms zelfs hoger lag in FSC-gecertificeerde concessies dan in niet-gecertificeerde concessies.

Kameroen scoort nog slechter: het land verloor in diezelfde periode 84,5 % van hun intacte bosgebied, ondanks concessies die gecertificeerd werden door de FSC dus. Een hallucinant cijfer.

Deze kaart toont omvang kap intacte bosgebieden

Om hun bevindingen te illustreren, publiceerden de onderzoekers een kaart van een grote houtkap-concessie in de Republiek Congo; de IFO-concessie Industrie Forestière de Ouesso van de Oostenrijkse Danzer groep. Die concessie is al jarenlang gecertificeerd door de Forest Stewardship Council (FSC). Met andere woorden: dit is gebied waarvan we erop zouden mogen vertrouwen dat het verantwoord beheerd wordt.

De kaart toont wat anders. Deze houtkap-operatie heeft ondanks zijn groene label grote stukken intacte bossen aangetast. Het gebied van IFO werd omgeploegd om een grootschalig wegennetwerk aan te leggen, wat dan weer een stimulans was voor nieuwe vestigingen en landbouwactiviteiten. In datzelfde concessiegebied documenteerden onderzoekers van de Universiteit van Maryland één van de grootste bosbranden ooit in de tropische regenwouden van Centraal Afrika.

Zogenaamd duurzaam bosbeheer

De meeste landen van het Congobekken investeren sterk in duurzaam bosbeheer en certificering. Gesteund door hun donorlanden noemen ze die elementen als belangrijke pijlers voor hun beleid om bossen te beschermen en de CO2-uitstoot te beperken. Zo is er bijvoorbeeld Central Africa Forest Initiative. CAFI werd in 2015 opgezet en investeert in miljoenenprojecten in de DRC, allemaal rond duurzaam bosbeheer. Of beter gezegd: zogenaamd duurzaam bosbeheer. Want in de praktijk blijkt die strategie in het Congobekken tot dusver bitter weinig positieve resultaten te hebben opgeleverd.

Bescherm de intacte bosgebieden voor het te laat is

De resultaten van deze studie suggereren sterk dat de overheden van het Congobekken en de donorlanden die hun steun verlenen aan dit bosbeleid, hun benadering moeten herbekijken.

Beste Congo en co, maak van de bescherming van de nog intacte bosgebieden een topprioriteit, nu het nog kan. De oplossing ligt al voor uw neus: uit dezelfde studie blijkt dat beschermde gebieden creëren een veel effectievere strategie is om intact bosgebied te vrijwaren. Tijd voor actie!

Filip Verbelen

About the author

Filip Verbelen
Philippe Verbelen (1968) uit Gent werkt sinds 1992 voor Greenpeace en is al meer dan 15 jaar betrokken bij de campagnes voor de bescherming van de oerbossen in ondermeer Canada, Zuidoost-Azië en in Centraal Afrika. "Tijdens mijn vele verblijven in Indonesië en in het Congo-bekken documenteer ik hoe bosvernietiging vaak leidt tot grote sociale conflicten en het verdwijnen van zeldzame planten en dieren. In naam van “ontwikkeling” worden bossen platgebrand of omgehakt voor exportproducten zoals tropisch hardhout, palmolie en pulp en papier, maar de aangerichte ravage op sociaal en ecologisch vlak is vaak onherstelbaar. Met onze internationale campagnes zetten we regeringen en grote bedrijven onder druk om ontbossing te vermijden." --- Philippe Verbelen (né en 1968) est Gantois et travaille depuis 1992 pour Greenpeace. Depuis plus de 15 ans, il est impliqué dans les campagnes pour la protection des forêts anciennes au Canada, en Asie du Sud-Est et en Afrique centrale. "Mes séjours en Indonésie et dans le bassin du Congo m’ont permis de faire le lien entre destruction forestière et conflits sociaux d’une part et disparition de plantes et animaux rares d’autre part. Au nom du développement, des forêts entières disparaissent pour finir en produits d’exportation comme le bois dur tropical ou l’huile de palme. Les ravages causés aux niveaux social et écologique sont souvent irréversibles. Avec nos campagnes internationales, nous mettons sous pression les gouvernements et les grandes entreprises pour qu’ils évitent la déforestation."