Er is een zorgwekkend tekort aan natuur en bomen in Belgische stads- en dorpskernen, zeker in de minder gegoede gemeenten. Dat blijkt uit een analyse van Greenpeace België op basis van een kaart ontwikkeld door DataLab. Genk is de best scorende stad op het vlak van stedelijke natuur, Moeskroen scoort het slechtst. Greenpeace roept lokale lijsttrekkers op om tijdens de volgende bestuurstermijn werk te maken van het schrijnend tekort aan en de ongelijke verdeling van stedelijke natuur.

De nieuwe interactieve kaart brengt voor elk gebouw in België de toegang tot stedelijke natuur in beeld volgens de 3-30-300-regel, bedacht door de Nederlandse professor Cecil Konijnendijk.[1] Deze regel stelt dat je vanuit je huis drie bomen zou moeten kunnen zien, er 30% bladerdek in je woonomgeving moet zijn en je op maximum 300 meter zou moeten wonen van een significante oppervlakte toegankelijke natuur. De Vlaamse overheid maakte van de 3-30-300-regel de nieuwe groennorm voor Vlaamse steden en gemeenten. 

  • In 101 Belgische steden en gemeenten voldoet geen enkele woning aan de hele 3-30-300-regel. Het gaat onder meer om Moeskroen, Tienen, Waver en Etterbeek.
  • In slechts 18 gemeenten voldoet meer dan de helft van de gebouwen aan deze regel. Het gaat onder meer om Genk, Brasschaat, Watermaal-Bosvoorde en Viroinval.
  • In 74 van de 100 gemeenten met het hoogste bevolkingsaantal voldoet minder dan een tiende van de gebouwen aan de regel. Het gaat onder meer om Antwerpen, Brugge, Gent, Kortrijk, Namen, Charleroi en La Louvière.
  • Minstens een miljoen mensen heeft zelfs geen minipark van 0,2 ha op 300 meter van hun woon- of werkplaats.
  • Het bladerdek in de woonomgeving is het grootste pijnpunt. In 59 van de 100 gemeenten met het hoogste bevolkingsaantal behaalt minder dan 5% van de gebouwen 30% kroonbedekking. Kroonbedekking zorgt voor verkoeling en heeft een positief effect op allerlei gezondheidsproblemen, zoals slapeloosheid, diabetes en hart- en vaatziekten. 
  • Genk is de best scorende stad: 52,6% van de gebouwen voldoet aan de volledige 3-30-300-regel.
  • Moeskroen is de slechtst scorende stad: geen enkele woning is 3-30-300-conform.

“Onze analyse toont dat er een zorgwekkend tekort aan natuur in woonkernen is. Bomen en toegankelijke natuur zijn nochtans een investering in de basisinfrastructuur van een stad: ze maken ons gelukkiger, gezonder, en weerbaarder tegen de klimaatcrisis. Met deze kaart geven we burgers en lokale besturen de middelen om te identificeren waar we de komende bestuurstermijn bomen moeten gaan planten en parken aanleggen”, zegt Ruth-Marie Henckes, campagneleider Biodiversiteit bij Greenpeace België.  

Bij de slechtste leerlingen zitten onder andere de Brusselse gemeenten Sint-Gillis, Etterbeek en Sint-Joost-ten-Node. Ook verschillende steden scoren zorgwekkend slecht, zoals Luik, Namen, Kortrijk, Charleroi, Antwerpen, Bergen, Nijvel, Menen en Izegem. Het hoogste aandeel 3-30-300-woningen ligt in een handvol rijke gemeenten in de Antwerpse Voorkempen, zoals Brasschaat, Kapellen, Schoten, en in Viroinval en Vresse-sur-Semois in de provincie Namen. 

“Bomen en parken zijn ongelijk verdeeld: de rijkste wijken en gemeenten zijn het groenst, terwijl de armsten op beton uitkijken. Het gevolg is dat ook de gezondheidsvoordelen van een groene woonomgeving ongelijk verdeeld zijn. Arme buurten zullen ook heter zijn tijdens hittegolven, en inwoners van deze wijken moeten zich ook verder verplaatsen om verkoeling te vinden. Deze onrechtvaardigheid moet dringend aangepakt worden”, zegt Ruth-Marie Henckes. 

Greenpeace maakte deze analyse op basis van een interactieve kaart ontwikkeld door DataLab, een nieuw onafhankelijk collectief van vrijwillige datawetenschappers, ondersteund door de Koning Boudewijnstichting. “We kozen ervoor om aan de 3-30-300-regel te werken omdat we mensen meer inzicht willen geven over de plekken die hen dierbaar zijn. We hopen dat het gebruik van data voor geïnformeerde beslissingen kan zorgen en zal inspireren tot actie en innovatie voor het algemeen belang”, zegt Arnon Vandenberghe van DataLab. 

Noot: 

[1] De volledige data-analyse vindt u hier. De interactieve kaart is gepubliceerd op de website van DataLab. Door beperkingen in de publiek beschikbare data zijn de resultaten op de 3-30-300-regel een overschatting van de werkelijkheid en schat de analyse de staat van stedelijke natuur in ons land te rooskleurig in. Bijgevolg is er ook een zekere foutenmarge op het niveau van individuele gebouwen, maar op gemeentelijk en regionaal niveau kunnen we wel heldere trends en pijnpunten identificeren.