Juristen van ClientEarth hebben, samen met 14 NGO’s, nieuwe juridische stappen ondernomen tegen INEOS, nu de petrochemiereus zijn plannen doorzet om Europa’s grootste plasticproject te bouwen.

De milieuorganisaties hebben vandaag een rechtszaak aangespannen tegen de Vlaamse overheid. Deze zaak markeert een nieuwe fase in de langdurige juridische strijd van de groep milieuorganisaties tegen ‘Project One’ van INEOS.

De procedure volgt op een gerechtelijke uitspraak in juli die het € 3 miljard kostende plasticproject terug naar af stuurde.

Volgens de milieuorganisaties heeft INEOS opnieuw verzuimd om details te delen over de werkelijke effecten van het project op mens, natuur en klimaat – niet alleen in de regio, maar over de hele waardeketen, met inbegrip van “Scope 3”-emissies. De organisaties stellen dat de goedkeuring van het project door de Vlaamse overheid zonder eerst een volledige beoordeling van de effecten te eisen, in strijd is met zowel EU als de nationale wetgeving.

Volgens Tatiana Luján, jurist bij ClientEarth: “Plastic is een milieukwestie, een mensenkwestie en een klimaatkwestie. Het toestaan van wat de grootste plasticfabriek in Europa zou worden, zou niet alleen een plaatselijke ramp zijn, maar ook een wereldwijde belediging.”

“Project One zou meer plasticproductie in de hand werken terwijl we al op een verzadigingspunt zitten. Plastic wordt gemaakt op basis van fossiele brandstoffen. Daarom is de productie ervan in elk stadium rampzalig voor het klimaat. De verstrekkende gevolgen van dit project zijn reëel en kunnen niet worden genegeerd.”

“De wijzigingen in de nieuwe vergunning voor het project zijn zuiver cosmetisch van aard. Feit blijft dat Project One destructief en volledig onnodig is. De autoriteiten hebben echter opnieuw verzuimd om de evidente, giftige gevolgen van het project te erkennen. We hebben daarom geen andere keuze dan opnieuw naar de rechter te stappen.”

De gerechtelijke uitspraak in de zomer was in een parallelle zaak die was aangespannen door de Nederlandse autoriteiten. De Nederlandse autoriteiten zijn in actie gekomen wegens de omvang van de stikstofeffecten van Project One, die tot over de grens zou reiken. Nederland heeft te kampen met oververvuiling door stikstof. Als gevolg daarvan zijn miljarden euro’s uitgegeven om boeren uit te kopen met als doel de stikstofuitstoot te verminderen. Project One zou een extra last vormen voor de Nederlandse inspanningen om schoon schip te maken.

Volgens Stijn van Uffelen, vertegenwoordiger van MOB: “Als Project One wordt gebouwd, wordt het qua stikstof een van de drie grootste piekbelasters op de Brabantse Wal.. In dit beschermde gebied staan eeuwenoude eiken die nu al te lijden hebben onder te veel stikstofdepositie – ze worden in wezen verdronken in kunstmest. Project One zal het probleem alleen maar verergeren. Aanscherpen van de vergunning kan dat probleem ook niet oplossen.”

De groepen stellen ook dat de vervuiling die Project One lokaal zal veroorzaken nog steeds zwaar onderschat wordt. De stikstofniveaus in Vlaanderen liggen al ver boven de aanbevolen veilige niveaus voor het milieu en de gezondheid van mensen. Als Project One doorgaat, zal het de situatie alleen maar verergeren. De situatie heeft ertoe geleid dat de landbouwsector zijn uitstoot moet verminderen, terwijl veel boeren menen dat de industrie een voorkeursbehandeling krijgt.

Volgens Mathieu Soete, campagneleider Energietransitie bij Greenpeace België: “De nieuwe, juridisch gebrekkige vergunning van INEOS voor Project One is het perfecte voorbeeld van hoe de Vlaamse regering koppig destructieve projecten verdedigt. Door de schadelijke uitstoot van deze industrieën keer op keer door de vingers te zien, zet de regering niet alleen de natuur en het klimaat onder druk, maar ook onze boeren. Het elimineren van ongewenste projecten zoals dit is een noodzakelijke stap in het oplossen van bepaalde spanningen die we de laatste weken zien escaleren.”

Nadat de juridische procedure ontvankelijk wordt verklaard door de Raad voor Vergunningsbetwistingen, kunnen de Vlaamse autoriteiten hun argumenten tegen de zaak van de milieuorganisaties indienen.