28 oktober 2022 – De PFAS-coalitie [1] neemt akte van het ‘Saneringsverbond’, maar ziet nog veel onbeantwoorde vragen bij de juridische en milieutechnische onderbouwing van de aanpak van de Oosterweelterreinen. Vooraleer volgende stappen te bepalen zal de coalitie dit akkoord samen met haar raadsvrouw in de komende dagen uitgebreid bestuderen. [2] 

“We zijn tevreden dat onze juridische procedures alvast een hefboom zijn geweest voor een begin van noodzakelijke correcties in het milieubeleid en de aanpak van de PFAS-vervuiling na het schandaal”, zegt Joeri Thijs van Greenpeace. “We stellen ook vast dat ons verzet in elk geval al de druk op bouwheer Lantis voor een duurzamere aanpak heeft opgevoerd. Maar onze fundamentele positie blijft dezelfde: in dit grote vervuilingsdossier moét de gezondheid van mens en het milieu voorop staan. Dat betekent ook concreet dat er hoe dan ook eerst een wettig en veilig saneringsplan moet zijn vooraleer er sprake kan zijn van een voortzetting van de Oosterweelwerken.”

Het beschrijvend bodemonderzoek (BBO) – de opzet naar een wettig bodemsaneringsplan – van 3M voor de Oosterweelzone wordt pas in 2023 verwacht.

“De hele technische aanpak in dit verbond lijkt gestoeld op de recente VITO-rapporten. Die zijn echter gebaseerd op een juridische redenering die lijnrecht ingaat tegen het vonnis van de Raad van State [3],” stelt Thomas Goorden. “Bovendien bewijst het VITO-rapport dat er – zolang niet grondig gesaneerd wordt – enorm gevaar is voor honderden jaren uitloging (uitlekken) van deze ‘forever chemicals’ naar de Palingbeek en de Schelde. De ambitie qua verwijdering van vervuilde gronden is onvoldoende en dus onveilig.”

Toon Peenen van bewonerscollectief Grondrecht stelt zich eveneens vragen bij een ‘Saneringsverbond’ terwijl nog geen beschrijvend bodemonderzoek beschikbaar is, maar kijkt wel positief naar de grotere ambities inzake gezondheidsonderzoek: “We zien eindelijk de intentie om grondig in kaart te brengen wat de gezondheidsgevolgen van deze milieuramp zijn. Dat is erg belangrijk om de aansprakelijkheid van 3M hard te kunnen maken. Op het terrein stellen wij wel vast dat nog veel meer moet gebeuren om dit gezondheidsonderzoek bij de mensen te brengen.”

Op bepaalde vlakken zal dit akkoord zeker een stap vooruit zijn, gelukkig maar”, besluit Goorden. “Maar toch dringt de vraag naar gerechtigheid in dit dossier zich nog steeds op: het kan niet dat er niemand verantwoordelijk opneemt in zo’n groot milieuschandaal.

De PFAS-coalitie feliciteert in de tussentijd de actiegroep ‘Red Onze Kleiputten’, die gisteren een schorsing van de omgevingsvergunning voor de vernietiging van de ‘Kleiputten Terhagen’ konden bekomen, een van de vele negatieve neveneffecten van het Oosterweelproject. Op deze plek zou immers 55 hectare waardevolle natuur vernietigd moeten worden om een enorme hoeveelheid Oosterweelgronden te kunnen bergen.

Noten voor de redactie: 

[1] Thomas Goorden, burgercollectief Grondrecht en Greenpeace

[2] De PFAS-coalitie werd niet op de hoogte gebracht van de inhoud van het akkoord voor de persconferentie op vrijdag.

[3] Er is sprake van een juridische begripsverwarring over de concepten “standstill” en “bijkomende vervuiling”:

  • Het “standstill” principe betekent eenvoudigweg dat milieuwetgeving niet mag achteruitgaan. Zie hierover bijvoorbeeld deze uitleg. Lantis interpreteert het echter als “de vervuilingsgraad mag niet achteruitgaan”, wat uiteraard iets geheel anders is. Er is immers ook zoiets als saneringsplicht die stelt dat je vervuiling niet zomaar mag laten liggen, in scherp contrast met de Lantis-lezing van “standstill”.
  • “Bijkomende vervuiling” wordt in de lezing van Lantis, VITO en minister Demir enkel bekeken binnen de werkzone van de Oosterweelwerken, wat natuurlijk ook fout is. Het probleem, dat de VITO rapporten eigenlijk ook onrechtstreeks aantonen, is dat er een ernstige en langdurige uitloging van PFAS naar de omgeving is in dat gebied. Concreet gebeurt dat voornamelijk via de Palingbeek en de Schelde, van waaruit de vervuiling verspreid raakt. Uiteraard is dit wel een vorm van “bijkomende vervuiling”.

Opmerkelijk genoeg heeft de Raad van State de overheid er zeer duidelijk op gewezen dat deze “Lantis-lezing” van de milieuwetgeving niet correct is. In het tussentijds vonnis van 16 april (specifiek punten 43 tot 47) wordt dit snel duidelijk.

Dit alles zorgt ervoor dat de VITO-rapporten die worden aangereikt uitgaan van een juridische redenering die door de hoogste gerechtshoven van dit land niet aanvaard wordt.