In een hallucinant stuk vol platitudes over de klimaatbeweging – of ‘de groene kerk’ zoals het in zijn polariserend discours klinkt – demonstreerde Bart De Wever in De Morgen (16/5) nog eens zijn intussen gekende narratief over de klimaatcrisis. Dit narratief is niet toevallig, noch onschuldig. Welke belangen dient het?

De Wever reageerde met het stuk op een student milieuwetenschappen die zich afvroeg of de klimaatbeweging minder geweldloze acties en sabotage moet gaan overwegen. En meteen begint zijn ‘rant’ over hoe die ‘doemverhalen’ over de klimaatcrisis contraproductief zijn en over hoe Vlaanderen (en bij uitbreiding het Westen) zowat de beste leerling van de klimaatklas is.

Eerst en vooral: Greenpeace is geen voorstander van gewelddadige acties. Onze organisatie staat al meer dan 50 jaar voor directe maar geweldloze acties van burgerlijke ongehoorzaamheid. Toch kunnen we begrip opbrengen voor een groeiende radeloosheid en soms radicalisering richting directe sabotage bij burgers die – net als klimaatwetenschappers – doordrongen zijn van de ernst van de klimaatcrisis.

Het klimaatdiscours van Bart De Wever en met hem zijn partij gleed de afgelopen jaren af naar een TINA (There Is No Alternative) verhaal 2.0. Enerzijds worden alarmerende berichten over de versnelling van de klimaatcrisis en de gevolgen ervan weggezet als ‘doemdenken’ van ‘de groene kerk’. Alsof die duizenden pagina’s aan alarmerend onderzoek van klimaatwetenschappers ‘ideologie’ zijn. Anderzijds wordt iedereen die niet meegaat in De Wever’s neoliberale antwoord op de klimaatcrisis – ‘technologie zal alles oplossen’ – bestempeld als wereldvreemd of radicaal.

Dat narratief wordt al jaren door vooral De Wever’s partij in het publieke debat gepompt. Sinds de opkomst van de klimaatjongeren in 2019 ging dat in overdrive. Polariseren is natuurlijk makkelijker dan ambitieus beleid ontwikkelen. Maar het werpt ook de vraag op: welke belangen dienen De Wever en zijn partij in het klimaatdebat?

Want dit narratief is niet toevallig, noch onschuldig. Drie jaar geleden al deden wij onderzoek naar een klimaatsceptisch netwerk in de Verenigde Staten, gefinancierd door enkele grote fossiele bedrijven als ExxonMobil of de bekende broers Koch. Botweg klimaatopwarming ontkennen werd steeds moeilijker, het was tijd voor een nieuwe fase: het zaaien van klimaattwijfel. Een narratief dat de klimaatopwarming niet langer ontkent, maar het publieke en politieke debat erover ondermijnt met argumenten tegen elk ambitieus klimaatbeleid. We documenteerden duidelijke linken naar politieke kringen en netwerkevents in Europa en onze hoofdstad Brussel waar destijds vooral N-VA en MR politici over de vloer kwamen [1].

Dit klimaatsceptisch discours is vooral bij de grootste partij van Vlaanderen ingeburgerd geraakt en stuurde het publieke en politieke debat over de aanpak van de klimaatcrisis recht de polemiek in. Ook het discours van De Wever in zijn stuk in De Morgen gaat vol voor die polarisering, en leest als de promopraatjes van fossiele bedrijven. We zullen dit varkentje wel even wassen met technologie en innovatie, klinkt het, zoals een – jawel – ‘milieuvriendelijke’ ethaankraker op fossiel gas of nog hoogst onzekere technologie om CO2 op te slaan. Want het is nu eenmaal ‘maatschappelijk onmogelijk’ (TINA) om ook via andere wegen de transitie weg van fossiel – waarvan wetenschappers zeggen dat ze broodnodig is – waar te maken in bijvoorbeeld onze industrie of mobiliteit.

Exact het klimaatsceptische discours dat vanuit het Amerikaanse netwerk ook het Europees en Belgisch klimaatdebat kwam ingeslopen. Waarbij zowat elke klimaatmaatregel wordt geponeerd als onbetaalbaar of ‘antisociaal’, terwijl de wil om écht sociaal klimaatbeleid te voeren (openbaar vervoer goedkoper maken, publieke investeringen in isolatie van sociale woningen, …) bij diezelfde partijen vaak net afwezig is. Telkens wordt via een door de fossiele industrie geïntroduceerd discours [2] het draagvlak voor ambitieus klimaatbeleid ondermijnd. De Wever doet dat weliswaar op een slimme manier, maar voor al wie hierop gaat letten is het overduidelijk.

Het zorgt helaas steeds meer voor een verlamming van ons klimaatbeleid. Want andere partijen kregen een heilige schrik voor ‘het groene vingertje’ waarmee De Wever zo goed als elke klimaatmaatregel als ‘pesten’ heeft gecatalogiseerd.

“Voila”, hoor je die fossiele bedrijven in de achtergrond grinniken, “het werkt”. De Wever maakt in zijn stuk een karikatuur van de analyse dat de klimaatcrisis al zo is kunnen ontsporen door de greep van grote fossiele bedrijven op politieke besluitvorming, bij ons en elders ter wereld. Terwijl het zonneklaar en uitgebreid gedocumenteerd is hoezeer fossiele giganten als Exxon, TotalEnergies en Shell decennialang actief ambitieuzer klimaatbeleid hebben gesaboteerd – en terwijl De Wever nota bene zelf al letterlijk heeft gezegd dat in Vlaanderen “VOKA zijn baas is”. Al is het nog veel meer het VBO en de petrochemische industrie in de Antwerpse haven die de lijnen bij De Wevers partij lijkt uit te zetten. Ziedaar het antwoord op de vraag welke belangen het klimaatdiscours van De Wever en zijn partij dient.

Het is dus net Bart De Wever – en niet ‘de groene kerk’ of burgers die gealarmeerd zijn door de klimaatcrisis – die onzin uitkraamt. Gevaarlijke onzin, want hij verlamt de politiek om een afdoend antwoord te formuleren op een crisis die het voortbestaan van onze samenleving bedreigt. Het is zijn cynisch en destructief klimaatnarratief dat gecounterd moet worden. 

Joeri Thijs

Woordvoerder van Greenpeace België 

[1] https://www.apache.be/2019/05/22/klimaatontkenners-in-vlaanderen-het-netwerk-ontrafeld

[2] https://www.apache.be/paywall/7053?destination=/2019/05/23/klimaatontkenners-in-vlaanderen-de-codetaal-van-klimaattwijfel-ontcijferd