In de rechtszaak over luchtkwaliteit in Wallonië gaat Greenpeace in beroep tegen het vonnis van de rechter van eerste aanleg. Het Waals Gewest meet de luchtkwaliteit in stedelijke gebieden niet voldoende en kan dus geen adequate maatregelen nemen om dit probleem voor de volksgezondheid te verhelpen, aldus de milieuorganisatie.

De advocaten van Greenpeace hebben officieel beroep aangetekend tegen het vonnis dat het Waals Gewest gelijk gaf in eerste aanleg.[1] Het nieuwe vonnis wordt over ongeveer 12 maanden verwacht. “Het vorige vonnis ten gunste van het Waals Gewest was in de eerste plaats een verlies voor de Waalse burgers die geen volledige informatie krijgen over wat ze inademen. Daarom zetten we onze juridische strijd voort en gaan we in beroep” verklaart Joeri Thijs, expert luchtkwaliteit en mobiliteit bij Greenpeace.

De Europese regulering inzake luchtvervuiling, die gericht is op de bescherming van de volksgezondheid, bepaalt dat de luchtkwaliteit moet worden gemeten in ‘die zones en agglomeraties waar de hoogste concentraties voorkomen waaraan de bevolking direct of indirect kan worden blootgesteld’. Luchtverontreiniging moet dus op een zo representatief mogelijke manier aan Europa worden gerapporteerd.

Greenpeace herinnert eraan dat deze elementen doorslaggevend zijn geweest in soortgelijke processen in andere landen en in het proces dat Greenpeace voert tegen het Vlaamse Gewest.[2]

Het Waals Gewest baseert zijn conclusies op vaste stations, in gebieden met weinig gemotoriseerd verkeer. Dit geeft uiteraard een vertekend beeld“, merkt Joeri Thijs op. “Officiële kaarten, waarin voor het eerst rekening wordt gehouden met het effect van streetcanyons, bevestigen dat er in bepaalde gebieden in Wallonië gevaarlijke niveaus van luchtvervuiling zijn.”[3]

Een meetcampagne van Greenpeace in verschillende Waalse steden in 2018 toonde ook belangrijke overschrijdingen van de Europese normen voor stikstofdioxide, voornamelijk in Namen, Luik en Charleroi.

“De volksgezondheid staat op het spel. Als de luchtkwaliteit slecht wordt gemeten, wordt ze systematisch onderschat terwijl ze schade blijft berokkenen aan de gezondheid van de Walen, in het bijzonder de zwaksten. Het beter in kaart brengen van de luchtkwaliteit is echter niet meer dan een eerste stap. Een ambitieus plan ter bestrijding van de luchtverontreiniging is dringend nodig”, besluit Joeri Thijs.

Noten:

[1] Dit beroep is de volgende stap in een proces dat 4 jaar geleden begon. In 2017 had Greenpeace een aanmaningsbrief naar het Waals Gewest gestuurd, die tot een rechtszaak had geleid. De milieuorganisatie verwijt het Gewest dat het zich baseert op metingen van vaste stations in verkeersluwe gebieden om te stellen dat er in Wallonië geen te hoge concentraties van door het verkeer veroorzaakte luchtverontreiniging zijn.

[2] Voor meer informatie over de rechtszaak van Greenpeace tegen het Vlaamse gewest, zie hier. In deze zaak zullen eind december pleidooien plaatsvinden voor Hof van Beroep. 

[3] Het is de eerste keer dat deze modelkaarten van de Cellule Interrégionale de l’Environnement (IRCELINE) rekening houden met het effect van canyonstraten, of stedelijke canyons, op de luchtkwaliteit in Wallonië (zie http://www.irceline.be/fr/documentation/modeles/atmo-street). Dit zijn smallere straten met gebouwen die verhinderen dat de lucht goed kan circuleren. Daardoor blijft de verontreiniging “gevangen” en stagneert. Het is belangrijk te onthouden dat wat in het groen op de kaarten staat, niet staat voor een goede luchtkwaliteit. De door Europa vastgestelde grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) bedragen weliswaar 40 μg/m3, maar vanuit gezondheidsoogpunt wordt sterk aangeraden niet hoger te gaan dan 20 μg/m3. Bijvoorbeeld,  “het risico op astma neemt met 15% toe wanneer de gemiddelde jaarlijkse blootstelling aan NO2 met 10 μg/m3 toeneemt”