Deze tekst verscheen als opiniebijdrage in De Standaard op 18/12/’20

Veefabrieken veroveren het Vlaamse platteland. De globalisering en de ‘verticale integratie’ waarbij veevoederbedrijven ook andere schakels van de productieketen in handen nemen, zetten onze veeboeren het mes op de keel: uitbreiden of stoppen. De winst verdwijnt vaak in de zakken van enkele grote spelers en investeerders. De vervuiling die met megastallen gepaard gaat, is voor de omwonenden en voor de samenleving in haar geheel. Nederlandse veehouders op de vlucht voor strengere milieunormen bouwen nieuwe stallen over de grens. De Vlaamse overheid heeft deze situatie mee in de hand gewerkt met haar laks vergunningsbeleid, onder druk van de Boerenbond en regeringspartij CD&V. Dat is in een notendop het probleem waarover de De Standaard al enkele weken schrijft.

Eén ding blijft voorlopig onderbelicht: wat eten al die kippen, varkens en koeien in megastallen? Veel geïmporteerde soja inderdaad. België voert er jaarlijks een miljoen ton van in als veevoeder. Onze landbouw kan gewoon niet meer zonder. Deze peulvrucht heeft een zeer hoge eiwitconcentratie en daarom is ze belangrijk krachtvoer voor snelgroeiende veerassen. Dankzij de ‘wonderboon’ rolt er vandaag in België 2,7 keer meer varkensvlees en 2,6 keer meer kip van de band dan we zelf kunnen opeten. Soja smeert de trend naar schaalvergroting, en zwengelt de overproductie in megastallen verder aan. Veel van die productie wordt met flinterdunne winstmarges naar andere EU-landen uitgevoerd, of zelfs (zoals bijvoorbeeld melkpoeder) met verlies buiten Europa gedumpt. 

Door hun afhankelijkheid van soja leggen veefabrieken niet alleen in Vlaanderen beslag op de open ruimte, maar ook elders in de wereld. Alleen al voor de teelt van soja als veevoer heeft België, de facto vooral Vlaanderen, een elfde overzeese provincie nodig. Meer dan de helft van onze soja komt uit Zuid-Amerika, en vooral uit Brazilië. Daar leidt de productie niet alleen tot ontbossing, maar ook tot sociale conflicten en zelfs geweld – zoals onderzoek van Greenpeace al meermaals heeft aangetoond. De grootste kaalslag gebeurt momenteel in de Braziliaanse Cerrado, de meest biodiverse savanne ter wereld. Maar ook het Amazoneregenwoud en Gran Chaco, het tweede grootste bosecosysteem van Latijns-Amerika, staan onder zware druk van de expansieve sojateelt. 

De hoge uitstoot die onze soja aan de overkant van de oceaan veroorzaakt, wordt steevast buiten de officiële cijfers gehouden. Als we die wel zouden meetellen, bedragen de totale emissies van de Belgische veesector het dubbele van wat ons land rapporteert. Ook de cijfers waarmee de Vlaamse minister van Landbouw Hilde Crevits zwaait om de klimaatimpact van onze veeteelt te minimaliseren, houden enkel rekening met mestbeheer en pensfermentatie – niet met het veevoeder. Slimme boekhouding, die moet verhullen dat onze uitstoot in het buitenland aanzienlijk stijgt (zie ook het kersverse Natuurrapport 2020 van de Vlaamse overheid).

De stelselmatige vernietiging van het Amazonewoud en de Cerrado zijn niet alleen rampzalig voor het klimaat en de biodiversiteit op aarde. De inheemse volkeren in Brazilië voeren een ware overlevingsstrijd. Vorig jaar bezochten acht leiders België en andere Europese landen met een duidelijke boodschap: “De Braziliaanse soja die hier arriveert is gedrenkt in inheems bloed.” Dat was in 2019. Sindsdien heeft de regering van president Jair Bolsonaro de gashendel verder opengedraaid, en trof de coronacrisis deze mensen disproportioneel hard. Dit gaat niet over een handvol geïsoleerde stammen, maar over meer dan een miljoen mensen die hun thuis dreigen te verliezen. Hun thuis die toevallig ook een uniek en zeer waardevol ecosysteem is.       

De veesector werpt dan tegen dat de sojaschroot die gebruikt wordt voor veevoeder slechts een restproduct is van de soja voor menselijke consumptie. Je kan dus met een gerust hart lokaal geproduceerd vlees en zuivel consumeren, klinkt het bijvoorbeeld in een nieuwe campagne van het Algemene Boerensyndicaat ABS. Dat is misleidend. Voor Braziliaanse boeren is het schroot net de belangrijkste incentive om voor soja te kiezen: bij sojabonen halen ze hun winst voor 61 procent uit de verkoop van het meel (vermalen schroot, vooral diervoeder) en slechts voor 39 procent uit de verkoop van de olie (vooral biobrandstof). Soja voor menselijke consumptie is sowieso minimaal. 

Het klopt ook niet dat de soja die we importeren duurzaam geteeld is, zoals de Belgian Feed Association volhoudt. Van het grootste deel weten we het gewoon niet, en blijft het risico op ontbossing hoog. De globale sojahandel is complex en ondoorzichtig. Bonen van verschillende landerijen worden vaak gemengd in lokale hubs voordat ze naar Europa worden verscheept. Er bestaan inderdaad certificaten die beloven hun milieuschade te compenseren, maar garanties zijn er zelden. Feit is: Brazilië brandt, ook voor vlees van bij ons.

Een belangrijk puzzelstuk van de oplossing ligt bij de Europese Commissie. Zij moet nu met een sterke wet komen die een eind maakt aan “geïmporteerde ontbossing” met soja, maar ook andere grondstoffen zoals cacao, koffie en rundvlees. Daar is een draagvlak voor, mocht iemand daar nog aan twijfelen: bijna 1,2 miljoen Europeanen hebben de voorbije 10 weken onze eis ondertekend. Samen met WWF en Bos+ overhandigden we woensdag (16 december) de handtekeningen aan federaal minister van Leefmilieu, Zakia Khattabi, met de vraag om zo’n wet te steunen. Vlaanderen kan alvast beginnen met een ‘biodiversiteitsvoetafdruk’ om na te gaan welke invloed de goederen die we hier produceren en consumeren hebben op de wereldwijde soortenrijkdom en natuur.  

Maar we kunnen niet om een kleinere veestapel heen. Afkicken van soja impliceert dat we meer voedergewassen zelf zullen moeten telen: meer grondgebonden veeteelt dus. Dat blijkt perfect mogelijk – zeker als ook onze consumptie van vlees en zuivel verder blijft dalen – en heeft niets dan voordelen voor het klimaat, ons milieu en dierenwelzijn. We stellen vast dat de Vlaamse regering op dit vlak geen duidelijke visie ontwikkelt. Vroeg of laat zullen we toch in die richting worden gedwongen door de EU Green Deal, door de Europese voedselstrategie (Farm-to-Fork) en door de klimaatrapporten van het IPCC. Veel beter zou natuurlijk zijn om nu al nieuwe megastallen een halt toe te roepen, en onze veeboeren actief te ondersteunen in een duurzame transitie.

De Boerenbond eist meer ruimte op voor Vlaamse landbouwers. De vraag is of dat in 2020 nog gepaard mag gaan met het koloniseren van grond in het buitenland.