Op vrijdag 31 januari, na meer dan 7 maanden onderhandelen, bereikte de Arizona-coalitie een akkoord. Zijn de plannen van deze nieuwe federale regering opgewassen tegen de grote ecologische, klimatologische en sociale uitdagingen waar we voor staan? Een analyse.

Competitiviteit van bedrijven krijgt voorrang op klimaatambities

“Het Nationaal Energie- en Klimaatplan voor 2030 wordt geëvalueerd in het licht van de opmerkingen van de Europese Commissie en dit regeerakkoord, rekening houdend met de economische realiteit, het concurrentievermogen van onze bedrijven, de Europese doelstellingen en de koopkracht van onze burgers.”

Deze zin uit het regeerakkoord vat de klimaat- en milieuambities van de regering goed samen. De regering stipuleert schoorvoetend haar steun aan de ambities van de Europese Unie om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en om af te stappen van fossiele brandstoffen. En daarmee lijkt alles zowat gezegd.

Maar tegelijk maakt ze wel elke actie op het gebied van klimaat afhankelijk van een analyse van de budgettaire beperkingen, het concurrentievermogen van bedrijven en de beschikbare technologische keuzes. Waarmee ze impliciet klimaatactie als minder prioritair dan competitiviteit neerzet. Tegen een achtergrond van toenemende klimaatrampen en extreme weerfenomenen die huizen, gezinnen en levens overhoop gooien is zo’n houding achterhaald en onverantwoord.

Bovendien werd ons land in 2021 door de rechter in de Klimaatzaak veroordeeld omdat het Belgische klimaatbeleid als ruim onvoldoende werd bestempeld. Maar dat is niet alles: we werden ook op het matje geroepen door de Europese Commissie omdat de maatregelen in ons Energie- en Klimaatplan ons niet in staat zullen stellen om onze broeikasgasemissies tegen 2030 met 47% te verminderen. Bovendien vroeg de Commissie om een aanzienlijke verhoging van de ambitie voor hernieuwbare energie, door tegen 2030 in plaats van 21,7% – zoals in het huidige plan – 33% van het energieverbruik uit hernieuwbare bronnen te halen.

Ook eiste de Commissie een gedetailleerde uitleg over hoe en wanneer ons land de subsidies voor fossiele brandstoffen wil afbouwen. In het regeerakkoord worden daar nauwelijks wat vage zinnen aan besteed en blijft alle ambitie uit: daarmee lijkt ons land zich nog dieper vast te rijden in de klimaatimpasse.

In vergelijking daarmee zijn de positieve aspecten van het akkoord erg mager: de verlaging van de btw op warmtepompen, het herstel van 20% van de mariene gebieden tegen 2030, of de circulaire economie, die als prioriteit wordt voorgesteld maar waarvan de contouren amper uitgewerkt zijn. Ter herinnering: volgens het Wereldwijde Oceaanverdrag, dat België heeft ondertekend, moet minstens 30% – niet 20% – van de oceanen tegen 2030 beschermd zijn.

Concreet over kernenergie, vaag over hernieuwbare energie of natuurherstel

De regering De Wever blijft vaag over de doelstellingen voor hernieuwbare energie en het uitfaseren van fossiele subsidies, maar is wel heel specifiek over kernenergie. Ze wil dat het aandeel van kernenergie in onze elektriciteitsmix 4 gigawatt bereikt, ze wil dat de operationele levensduur van Doel 4 en Tihange 3 met nog eens 10 jaar verlengt wordt en ze fantaseert over de bouw en ingebruikname van de eerste kleine en middelgrote reactor (SMR) in België.

Een plan dat als “niet serieus” wordt omschreven door uitbater Engie zelf. De CEO van Engie herinnerde de pers er een paar dagen geleden aan dat “kernenergie een zeer dure technologie is” en dat “de goedkoopste manier om onze samenleving koolstofvrij te maken is door hernieuwbare energie en de flexibiliteit ervan te versnellen.”

Greenpeace vindt deze nucleaire wensdromen van de regering gevaarlijk. We hebben ons altijd verzet tegen deze technologie van het verleden, die ongeoorloofde risico’s en een zware erfenis van kernafval met zich meebrengt. Maar vandaag komt daar nog bij dat deze dromen ons veel geld dreigen te kosten voor een zeer twijfelachtig resultaat in een verre toekomst. Want oude kerncentrales voldoen niet meer aan de veiligheidsvereisten en nieuwe bouwen is niet alleen peperduur, maar duurt ook heel lang. Tijd die we in de aanpak van de klimaatcrisis niet op overschot hebben.

De SMR-technologie is bijvoorbeeld nog niet geperfectioneerd en zal verdere investeringen voor onderzoek vereisen. Vandaar de logische vraag: waarom gaat deze regering niet voluit voor hernieuwbare energie en innovatie in dat domein, zoals het maatschappelijk middenveld en ook energiebedrijven zoals Engie vragen?

Bovendien ontbreekt het in dit akkoord aan concrete maatregelen en blijft het erg vaag over biodiversiteit. Er wordt niets gezegd over de wet op natuurherstel, en er is geen nieuwe toezegging over het terugdringen van pesticiden of PFAS, wat toch een stokpaardje was van verschillende leden van deze nieuwe regering. 

Duizenden burgers hebben vervuild water binnengekregen en verschillende betrokken bedrijven zijn verantwoordelijk voor miljarden euro’s schade (naar schatting 100 miljard euro per jaar in Europa). Toch neemt de regering De Wever geen extra maatregelen om vervuilers te dwingen te betalen zodat de veroorzaakte schade hersteld kan worden en om te voorkomen dat de kosten terechtkomen bij de belastingbetaler en de burger die al het slachtoffer is van de vervuiling. 

Een keerpunt op vlak van veiligheid en het ontbreken van een rechtvaardige transitie

Deze regering vergist zich ook van strijd. Ze neemt een antisociaal migratiestandpunt in met een fixatie op veiligheid, en komt met een begroting die zich voornamelijk richt op het verhogen van militaire uitgaven en beleid om migranten terug te sturen terwijl ze de sociale gevolgen van de klimaat- en milieucrisis die we doormaken negeert.

Er wordt met geen woord gerept over een rechtvaardige transitie of het principe “de vervuiler betaalt”. Nochtans zullen we nog meer lijden onder de gevolgen van de klimaatontwrichting en industriële vervuiling en zullen de kosten van wederopbouw, klimaatadaptatie en sanering van vervuiling een last zijn en blijven voor de overheidsuitgaven en uiteindelijk dus voor de portemonnee van de mensen.

Dit alles tegen een achtergrond van beperkingen van onze vrijheid van meningsuiting en een versmachting van de NGO-sector. De regering kondigt de terugkeer aan van voorgestelde beperkingen op het recht om te demonstreren en het stakingsrecht, een vermindering van de fiscale aftrekbaarheid van donaties van 45% naar 30%, en bezuinigingen op het budget voor internationale samenwerking – nochtans essentieel voor ons internationale klimaatbeleid en onze internationale verplichtingen. 

Hoe kunnen we dit anders zien dan als een regelrechte aanval op het middenveld en het verenigingsleven? En daarmee ook op de checks and balances die zo essentieel zijn voor het goed functioneren van onze democratie? Een verenigd en strijdvaardig middenveld zal met andere woorden de komende jaren broodnodig zijn om deze Arizona-partijen in alle regeringen te dwingen tot meer menselijkheid, rechtvaardigheid en duurzaamheid.

Ik deel op Facebook Ik deel op X Ik deel op Whatsapp