Hoeveel bomen tel jij vanuit je raam? Een aantal maanden geleden stelden we jou die vraag, als deel van een burgeronderzoek naar de 3-30-300-regel. Met de hulp van wel 5000 Greenpeace-supporters bracht DataLab deze regel in kaart voor heel België. Wij doken dieper in de data en maakten een analyse. Onze conclusie? Sommige gemeenten scoren goed, maar in het algemeen is er nog veel werk aan de winkel en hebben de minst gegoede buurten ook het minste toegang tot stadsnatuur.

De Friche Josaphat, een biodiversiteitszone van 25 hectare in het centrum van Brussel die vernietigd dreigt te worden voor huisvesting en kantoren. © Greenpeace

Het is de allereerste keer dat de 3-30-300-regel op basis van openbare data in kaart wordt gebracht. Heel erg bedankt aan iedereen die de survey invulde. Jouw bijdrage zorgde ervoor dat DataLab* gegevens kon factchecken. Een belangrijk aspect van het werk. Benieuwd om te zien hoe jouw woon- en werkplek scoren? Of de school van je kinderen?

Wat is de 3-30-300-regel?

Voor we in de conclusies van onze data-analyse duiken, even een stapje terugzetten. Wat is dat ook al weer die 3-30-300-regel? Wel, volgens deze regel zou iedereen 3 bomen moeten kunnen zien vanuit de woning, zou bladerdek 30% van de wijk moeten bedekken als je op een luchtfoto kijkt, en zou iedereen op 300 meter van een publieke groene ruimte van minimaal 1 hectare moeten wonen (in sterk verstedelijkt gebied kan dit dalen tot 0,5 hectare). Deze vuistregel werd bedacht door Cecil Konijnendijk, een Nederlandse professor in stadsnatuur.

Hoe staat België ervoor?

5 dingen om te onthouden

België voldoet nog lang niet aan de 3-30-300-regel.

In 101 Belgische gemeenten – goed voor 1,3 miljoen mensen – voldoet geen enkele woning aan de 3-30-300-regel. In 72% van de gemeenten voldoet minder dan een tiende van de gebouwen aan de volledige 3-30-300-regel. Er zijn dus miljoenen mensen die gezonder en gelukkiger zouden kunnen zijn, als we nu de komende bestuursperiode massaal inzetten op de vergroening van onze buurten. 

Bomen zijn ongelijk verdeeld.

De data tonen ons dat de rijkste gemeenten het beste scoren op de 3-30-300-regel, en ook binnen heel wat gemeenten zien we dat rijke wijken beter scoren op vlak van groene ruimte dan arme wijken. Los van de oorzaak, leggen deze data een belangrijke onrechtvaardigheid bloot. Want, de ongelijke verdeling van bomen en groene ruimte zorgt op haar beurt voor een ongelijke verdeling van de gezondheidsvoordelen ervan. Arme buurten zullen ook heter zijn tijdens hittegolven, en diezelfde mensen moeten zich verder verplaatsen om verkoeling te vinden. Dat moet prioritair aangepakt worden, tijdens de volgende bestuursperiode!

De grootste pijnpunten zijn het zorgwekkende tekort aan parken en bladerdak.

Minstens een miljoen Belgen heeft zelfs geen mini-parkje van 0,2 ha op 300 meter, en dat tekort is het meest uitgesproken in Antwerpen, verschillende gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Moeskroen, Doornik, Aat en Roeselare. Tegelijk is het aandeel bladerdak voor bijna heel België rampzalig laag, en is het echt een minderheid aan voornamelijk rijke gemeenten die wel voldoende bladerdak hebben. Dit tekort is het meest urgent in Moeskroen, Verviers, Doornik, Luik, Oostende, Namen en Roeselare. 

Het is erger dan het lijkt.

De methodologie om te berekenen welke woningen aan de 3-30-300-regel voldoen, leidt tot een sterke overschatting van de resultaten. Dit komt door beperkingen in de publiek beschikbare data. Zo vraagt de 300-regel dat iedereen op 300 meter afstand een park heeft van minstens 0,5 ha, maar werd de 300-regel in deze kaart berekend op een minimum oppervlakte van 0,2 ha. In werkelijkheid is België dus nog veel verder van de nodige gezonde groene woonomgeving verwijderd dan deze resultaten doen lijken! 

De oplossing is simpel: massaal bomen planten en parken aanleggen, uitbreiden en verbinden.

Met kleine ingrepen kunnen we grote stappen zetten naar klimaatrobuuste en gezonde steden. Gemeentebesturen maar ook burgers kunnen op de kaart in een oogopslag identificeren welke straten we moeten voorzien van bomen, en welke buurt dringend nood heeft aan een park. En vermits bomen lekker traag groeien, beginnen we daar best zo snel mogelijk aan!

Naast deze hoofdlijnen staat er nog veel meer informatie in de data-analyse. Wil je een stadsnatuur-expert worden?

Waarom deze analyse?

Actievoerders van Greenpeace België blokkeren de kap van het stadsbos Kolmenveld in Tessenderlo, Limburg. Het stukje stadsnatuur van 5,5 hectare wordt bedreigd door een vastgoedproject. © Tim Dirven/Greenpeace

De 3-30-300-regel biedt lokale oplossingen voor globale problemen. Zo maken we onze buurt meer weerbaar tegen extreme weersomstandigheden én geven we meer ruimte aan de natuur. Dat is niet alleen goed voor de biodiversiteit, maar ook voor onze gezondheid! De kaart kan ons helpen om te bepalen waar er absoluut bomen geplant moeten worden en welke buurten snakken naar een park. 

De moeite om te lezen?

Wil je graag dat we dit soort onderzoek blijven voeren? Maak ons werk mogelijk. 

Doe een gift

Met de lokale verkiezingen in het vooruitzicht, is dit hét ideale moment om de biodiversiteit- en klimaatcrisis op lokaal niveau aan te pakken, door voluit te kiezen voor een groene woonomgeving.

Daar kan jij ook aan bijdragen, door de petitie voor meer bomen en groene ruimte in jouw gemeente te tekenen en te delen met al je buren, vrienden en familie!


*DataLab is een collectief van vrijwillige onafhankelijke datawetenschappers dat door de Koning Boudewijnstichting ondersteund wordt.

Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp